Het Systeem Configureren; Meer Danfoss Icon™ Hoofdregelaars In Een Systeem Aansluiten; Testprocedures Voor Meerdere Danfoss Icon™ Regelaars In Een Systeem; Slavetype Definiëren - Danfoss Icon Installationsanleitung

Installatiehandleiding

Het systeem configureren

Algemene instellingen voor het hele system (eenmalig ingesteld)
• Gebruik de toets om de modus INSTALL (INSTALLATIE) te selecteren.
• Selecteer het type servomotor, druk op
open) te selecteren. Het type wordt op de servomotor aangegeven.
• Selecteer het regeltype, PBM+ of AAN/UIT, door op de toets Mode (Modus) te drukken
Selecteer de modus INSTALL (INSTALLATIE)
Gebruik de toets om naar Install te gaan en bevestig met OK. De hoofdregelaar is nu klaar voor het toevoe-
gen van thermostaten.
Thermostaten toevoegen en uitgangen toewijzen
1. Raak het scherm van de thermostaat aan om de hoofdregelaar te zoeken en de thermostaat aan het systeem
toe te voegen.
2. Als de beschikbare uitgangen knipperen, kies dan de uitgang(en) op de hoofdregelaar die de thermostaat
moet regelen (Snelgids D5). De beschikbare uitgangen worden aangegeven met een knipperende led. Zo-
dra een uitgang aan een thermostaat is toegewezen, brandt de led permanent. Bevestig met OK.
Let op! Schakel de hoofdregelaar niet uit terwijl u kamerthermostaten aan uitgangen toewijst.
3. Herhaal de stappen 1–2 voor alle ruimten totdat alle thermostaten en uitgangen zijn gekoppeld.
Laatste test en opstarten van systeem in de normale bedrijfsmodus
Selecteer de 'testmodus' door op de toets
lende tests selecteren:
1. Net Test (Net testen). Voert een volledige netwerktest uit. De thermostaten moeten op hun uiteindelijke
positie zijn gemonteerd voordat u deze test start. We adviseren om deze test altijd uit te voeren in een
draadloos systeem, om er zeker van te zijn dat alle thermostaten met de hoofdregelaar kunnen communi-
ceren als ze zich op hun uiteindelijke positie bevinden (Snelgids E7). Deze test kan tot 30 minuten duren. U
kunt de test echter versnellen door elke thermostaat aan te raken (om hem te activeren).
Tijdens de netwerktest wordt de aansluiting op de hoofdregelaars, versterkers en kamerthermostaten ge-
test.
Tijdens de test geeft het display aan welk apparaat op dat moment wordt getest.
rt = kamerthermostaat
MAS = hoofdregelaars
rEP = Signaalversterker
Tijdens het testen van de aansluiting op de kamerthermostaten (RT) knipperen de servomotoruitgangen
totdat de aansluiting op de thermostaat die op de uitgang(en) is aangesloten, is getest. Indien geslaagd,
gaat de uitgangsled permanent branden. Wanneer de netwerktest met succes is afgerond, toont het display
'Net Test Done'.
2. App Test (App testen). Voert een toepassingsspecifieke test uit als de uitbreidingsmodule is gemonteerd.
Test alle subcomponenten en stelt de installateur in staat om de juiste werking visueel en stapsgewijs te
controleren.
3. Flo Test (Stroming testen). Forceert alle uitgangen naar de geopende stand en activeert de circulatie-
pomp. De test duurt 30 minuten maar kan op elk moment worden stopgezet. Gebruik deze test om het
systeem te ontluchten voordat het systeem in de normale bedrijfsmodus wordt gezet.
4. Nadat u alle benodigde tests hebt uitgevoerd, selecteert u de modus 'run' (bedrijf) door op de toets
drukken en te bevestigen met 'OK'. Het systeem is nu volledig operationeel.
Meer Danfoss Icon™ hoofdregelaars in een systeem aansluiten
Voor een bekabeld systeem
Verbind tot drie Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V met elkaar met behulp van een 4-draads kabel met ge-
draaide paren en de bijgeleverde connector (afb. 10: A – 4-draads kabel met gedraaide paren, B – Max.
3 × Hoofdregelaar in één systeem). Zie de gegevenstabel achterin de installatiegids voor aanbevelingen voor
de bedrading.
Voor een draadloos systeem
Voor een draadloze verbinding van maximaal drie Danfoss Icon™ hoofdregelaars 24 V moet elke master/slave
worden voorzien van een radiomodule (afb. 11).
Systeemmaster en -slave koppelen in zowel bedrade als draadloze systemen
Let op! Slaveregelaars moeten als systeemslaves worden aangemerkt voordat u uitgangen en thermostaten eraan
kunt toewijzen.
1. Druk op de systeemmaster op
2. Houd op de systeemslave 1,5 seconde ingedrukt. De display toont nu afwisselend SLA TYPA en SLA
TYPB.
3. Druk op om een van de twee slavetypen te selecteren en bevestig met OK. Zie 'Slavetype definiëren'
voor meer informatie.
4. Herhaal de stappen 1–3 om een tweede slaveregelaar aan het systeem toe te wijzen (maximaal twee slaves
zijn toegestaan).
Testprocedures voor meerdere Danfoss Icon™ regelaars in een systeem
NET TEST op systeemslave (na het aansluiten van de slave op de master)
1. Installeer alle thermostaten en servomotoren zoals aangegeven in D2 tot en met D6 in de Snelgids.
2. Voer een netwerktest uit. Druk op
selecteren. Bevestig met OK (Snelgids E7 en E8).
3. Druk nadat de TEST is voltooid op
APP TEST op systeemmaster
1. Voer een toepassingstest uit. Druk op
selecteren. Bevestig met OK (Snelgids E7 en E8).
2. Druk nadat de TEST is voltooid op
Het slavetype wijzigen
1. Houd op de Danfoss Icon™ slaveregelaar 1,5 seconde ingedrukt. De display toont nu afwisselend SLA
TYPA en SLA TYPB.
2. Druk op om een van de twee slavetypen te selecteren en bevestig met OK. Zie 'Slavetype definiëren'
voor meer informatie.
LINK-test op slave (tussen master en slave)
Houd 1,5 seconde ingedrukt. Tijdens de LINKtest (verbindingstest) toont de display een opnamepatroon.
Zodra dit voltooid is, toont het display de sterkte van de verbinding als een percentage.
Let op! Als er een uitbreidingsmodule aan het systeem wordt toegevoegd, moet die worden geïnstalleerd op de
hoofdregelaar.
Slavetype definiëren
Het potentiaalvrije relais wordt op alle hoofdregelaars geactiveerd als er op een van de hoofdregelaars een
warmtevraag is.
SLA TYPA: de pomp wordt geactiveerd op de Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V als er een warmtevraag is op
de master of op een of meer slaves.
SLA TYPB: het pomprelais wordt alleen geactiveerd op de Danfoss Icon™ regelaar 24 V waaraan de thermo-
staat met de warmtevraag is toegewezen.
48 | © Danfoss | FEC | 2020.03
Danfoss Icon™ hoofdregelaar 24 V
om NC (normaal gesloten, standaardwaarde) of NO (normaal
te drukken. In het testmenu kunt u met de toets
om de modus INSTALL te selecteren en druk op OK.
om TEST te selecteren en druk op
om de modus RUN (BEDRIJF) te selecteren en druk op OK (Snelgids E9).
om TEST te selecteren en druk op
om de modus RUN (BEDRIJF) te selecteren en druk op OK (Snelgids E9).
.
om NET TEST (NETTEST) te
om APP TEST (APPTEST) te
AN29434614196101-000401 | 088N2112 00
3 verschil-
te