Batterijen verwisselen
1
Verwijder het weegplateau, de plateausteun en het windschermelement
of het windscherm "100 mm", indien aanwezig.
2
Draai de balans voorzichtig op de zijkant.
3
Open en verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
4
Plaats/vervang de batterijen met de juiste polariteit, zoals aangegeven
in de batterijhouder.
5
Plaats en sluit het deksel van het batterijcompartiment.
6
Draai de balans voorzichtig terug naar de normale positie.
7
Plaats alle componenten in omgekeerde volgorde weer terug.
3.6 Balans waterpas zetten
Een perfect vlakke plaatsing en stabiele installatie zijn belangrijke voorwaarden voor reproduceerbare en nauwkeuri-
ge weegresultaten.
Let op
Om kleine oneffenheden of hellingen (±2%) op te vangen, moet het instrument altijd opnieuw waterpas worden ge-
zet en worden gekalibreerd wanneer deze naar een nieuwe locatie verhuist.
De balans kan waterpas worden gezet met de waterpashulp en/of de waterpasindicator boven op de terminal. Er
zijn twee regelbare stelvoetjes waarmee kleine oneffenheden in het oppervlak van de weegtafel kunnen worden ge-
compenseerd.
Balansen met twee stelvoetjes
− Stel de twee stelvoetjes aan de voorzijde zodanig af dat de luchtbel
zich precies in het midden van de waterpasindicator bevindt:
Luchtbel op
Luchtbel op
Luchtbel op
Luchtbel op
Balansen met vier stelvoetjes
1
Draai om te beginnen de twee achterste stelvoetjes helemaal naar bin-
nen.
2
Stel de twee voorste stelvoetjes af zoals eerder beschreven.
3
Draai de achterste stelvoetjes naar buiten totdat ze op het oppervlak
rusten. Dat zorgt voor extra stabilisatieveiligheid, zodat de balans niet
kan kantelen bij excentrische belastingen.
122
Installatie en inbedrijfstelling
"12 uur"
draai beide voetjes rechtsom
"3 uur"
draai linkervoetje rechtsom en
rechtervoetje linksom
"6 uur"
draai beide voetjes linksom
"9 uur"
draai linkervoetje linksom en
rechtervoetje rechtsom
Precisie- en analytische balansen