Anleitung KGSZ 210
25.11.2003
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen
letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
Voordat U de in-/uitschakelaar indrukt dient U
zich ervan te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en beweegbare
onderdelen gemakkelijk draaien.
Controleer vóór het aansluiten van de machine of
de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet.
7. Montage en bediening
7.1 Zaag opbouwen (fig. 1/2)
Om het draaiplateau (8) anders af te stellen de
vastzetgreep (10) met ca. 2 slagen losdraaien en
de ontgrendelknop (18) indrukken teneinde het
draaiplateau (8) te ontgrendelen.
De ontgrendelknop (18) blijven indrukken en het
draaiplateau (8) alsook de wijzer (11) op de
gewenste hoekmaat van de schaal (12) draaien
en fixeren m.b.v. de vastzetschroef (10).
De zaag in de onderste werkstand ontgrendelen
door de kop (4) van de machine lichtjes omlaag
te drukken en tegelijk de borgbout (16) de
motorhouder uit te trekken.
Kop (4) van de machine omhoogzwenken tot de
borghaak vastklikt.
De spaninrichting (19) en de werkstukdrager (20)
kunnen aan de linker- of rechterkant van de
onderplaat (9) worden bevestigd.
De kop (4) van de machine kan naar links tot
max. 45° schuin worden gesteld door de
spanschroef (13) los te draaien.
7.2 Afkortsnede 90° en draaitafel 0° (fig. 3)
Bij zaagbreedten tot 105 mm kan de trekfunctie van
de zaag in de achterste positie worden gefixeerd
d.m.v. de vleugelschroef (14). Bij zaagbreedten van
meer dan 105 mm dient erop te worden gelet dat de
vleugelschroef (14) losgedraaid en de kop (4) van de
machine beweegbaar is.
Kop (4) van de machine naar de bovenste stand
brengen.
Kop (4) van de machine aan de handgreep (2)
achteruit schuiven en, indien nodig, in deze
stand vastzetten. (naargelang de zaagbreedte)
Leg het te zagen hout op de aanslagrail (7) en
op het draaiplateau (8).
Het materiaal op de onderplaat (9) vastzetten
m.b.v. de spaninrichting (19) zodat het tijdens
het zagen niet kan verschuiven.
Op de ontgrendelhefboom (1) drukken teneinde
de kop (4) van de machine vrij te zetten.
9:33 Uhr
Seite 25
Aan / Uit-schakelaar (3) indrukken om de motor
aan te zetten. Met de greep (2) gelijkmatig en
met lichte druk omlaag door het werkstuk
bewegen.
Na het zagen de kop van de machine terug in
zijn bovenste ruststand brengen en Aan / Uit-
schakelaar (3) loslaten.
Let op ! Door de terughaalveer slaat de machine
vanzelf omhoog, d.w.z. de greep (2) aan het
einde van de zaagsnede niet loslaten, maar de
kop van de machine langzaam en onder lichte
tegendruk omhoog bewegen.
7.3 Justage van de aanslag voor kapsnede 90°
(fig. 4/5/7)
De machinekop (4) neerwaarts brengen en met
de borgbout (16) vastzetten.
Vastzetmoer (13) losdraaien
Aanslaghoek (A) aanleggen tussen zaagblad (5)
en draaitafel (8).
Contramoer losdraaien en justeerschroef
(21) instellen totdat de hoek 90° bedraagt tussen
zaagblad (5) en draaitafel (8).
Contramoer weer aanhalen om deze instelling te
fixeren.
Controleer tenslotte de positie van de
hoekaanduiding (23). Indien nodig, wijzer met
behulp van een kruiskopschroevendraaien
losdraaien, op 0° positie van de hoekschaal (15)
zetten en befestigingsschroef weer aanhalen.
7.4 Afkortsnede 90° en draaitafel 0°-45° (fig. 6)
Met de KGSZ 210 kunnen schuine sneden naar links
en rechts van 0° tot 45° ten opzichte van de
aanslagrail worden uitgevoerd.
Met de handgreep (2) de draaitafel (8) op de
gewenste hoek afstellen, d.w.z. de wijzer (11) op
de draaitafel moet overeenstemmen met de
gewenste hoekmaat (12) op de vaste onderplaat
(9).
De vastzetgreep (10) opnieuw aanhalen om de
draaitafel (8) te arrêteren.
Zaagsnede uitvoeren zoals beschreven onder
punt 7.2.
7.5 Versteksnede 0° - 45° en draaitafel 0°
(fig. 4/7)
Met de KGSZ 210 kunnen versteksneden naar links
van 0° tot 45° tot het werkvlak worden uitgevoerd.
De machinekop (4) naar de bovenste stand
brengen.
De draaitafel (8) in stand 0° fixeren.
De vastzetmoer (13) losdraaien en met het
handvat (2) de machinekop (4) naar links
NL
25