NL Vloerslijpmachine DSM 450
3 Bedienen
De
machine
mag
onberispelijke toestand in bedrijf worden gesteld!
Aanbouwen en veranderingen aan de machine die
invloed kunnen hebben op de bedrijfsveiligheid
zijn verboden!
Reinigings‐ en onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door geïnstrueerd vakpersoneel
worden uitgevoerd!
Onderhoudswerkzaamheden moeten volgens
de gebruiksaanwijzing worden uitgevoerd!
De machine mag niet met een hogedrukreiniger
worden gereinigd!
De machine mag niet in explosiegevaarlijke
bereiken en op ontvlambaar materiaal worden
gebruikt!
Gevaar voor beschadiging door te groot zuigver
mogen!
De fabrikant adviseert dringend, uitsluitend
afzuiginstallaties van de fabrikant Schwamborn
te gebruiken.
3 Bedienen
Gevaar voor letsel door rondvliegende delen
tijdens slijpen!
Beschermende kleding en veiligheidsbril dragen!
Veiligheidsschoenen dragen!
Veiligheidshandschoenen dragen!
Zeer zorgvuldig en voorzichtig werken!
Gevaar voor letsel door geluidsontwikkeling
tijdens slijpen met de machine!
Tijdens bedrijf van de machine moet
gehoorbescherming worden gedragen!
alleen
in
technisch
Gevaar voor letsel door stofontwikkeling tijdens
slijpen!
Op de machine moet een afzuiginstallatie
worden aangesloten of water tijdens slijpen
worden teruggeleid!
Adembescherming dragen!
3.1 De machine in bedrijf stellen
Veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2 in acht
nemen!
De eerste inbedrijfstelling van de machine mag
slechts door gekwalificeerd vakpersoneel
worden uitgevoerd!
Voor inbedrijfstelling van de machine moet een
visuele controle van de machine worden uitge
voerd!
Hierbij moet in het bijzonder op beschadigde of
losse delen, op slijtage en niveaus worden gelet!
Het oppervlak dat wordt bewerkt en het ETX‐diamant
werktuig resp. de binding van het slijpmiddel moeten al
tijd op elkaar zijn afgestemd (sommige oppervlakken
moeten bijvoorbeeld nat worden geslepen).
1.
De netstekker [4, fig. A] van het net scheiden.
2.
Het ETX‐diamantwerktuig op werking en toestand
controleren en indien nodig door nieuw werktuig
vervangen (! Hoofdstuk 4.3 ‐ pagina 39).
3.
Het te slijpen oppervlak controleren en eventu
eel uitstekende voorwerpen verwijderen.
4.
ofwel (droog slijpen)
—
De zuigslang [23, fig. F] van de externe
stofafzuiging op de aansluiting van de stof
afzuiging [26, fig. G] aansluiten.
of (nat slijpen, alleen met watertank)
—
Het waterpeil in de tank [5, fig. A] controle
ren en eventueel bijvullen.
5.
De stuurbeugel [1, fig. A] vasthouden resp. te
gen vallen beveiligen en spanhendel [3, fig. D]
openen.
De stuurbeugel is ontgrendeld.
6.
De stuurbeugel op de gewenste positie instellen.
Bedrijf wordt uitgevoerd in standaardpositie
[fig. A].
Voor werktuigwissel en onderhoud is de ge
strekte positie bedoeld. De machine kan dan
naar achteren worden gekanteld [fig. K].
37