+ = Naar voren verplaatsen / – = Naar achteren verplaatsen (ten opzichte van de opbouwlijn)
Pos. zie afb. 4
Positie van de prothesekoker ten opzichte van de opbouwlijn:
a‑p positie: 0 mm (proximale punt van de prothesekoker)
•
Kokerflexie: heupbuiging contractuur (gemeten met behulp
•
van de handgreep van Thomas) + minstens 4°
Houd daarbij rekening met de persoonlijke situatie van de patiënt.
Om het hoogteverschil te compenseren, kunt u ook andere adap
ters (dubbele adapters, kokeradapters) gebruiken. (Lees hiervoor
het Hoofdstuk "Combinatiemogelijkheden" - zie pagina 91).
Basisopbouw van de prothese: 1E91 Runner Runner, 1E93 Runner
junior
•
zie afb. 5
► Lees dit document aandachtig door: 647G1145
5.2 Statische opbouw
+ = Naar voren verplaatsen / – = Naar achteren verplaatsen (ten opzichte van de belastingslijn)
Pos. 1E90 Sprinter: zie afb. 6; 1E91 Runner/1E93 Runner junior: zie
afb. 7
Benodigd materiaal en gereedschap:
L.A.S.A.R. Posture 743L100
Prothesekniescharnier met vergrendeling (Neem Hoofdstuk
"Gebruik" in acht - zie pagina 100)
Om de belastingslijn van de patiënt te bepalen, de componenten
als volgt op de L.A.S.A.R. Posture plaatsen:
•
De prothesevoet op de plaat voor de krachtbepaling (voldoen
de belasten: > 35 % van het lichaamsgewicht)
•
De andere voet (met schoen) op de plaat voor de hoogtecom
pensatie
•
De punten van de schoen en van de prothesevoet liggen met
elkaar op één lijn.
De statische opbouw uitsluitend optimaliseren door de plantair
flexie bij de kokeradapter van de voetadapter te wijzigen.
a–p plaatsing van het referentiepunt voor de opbouw (rotatieas van
het prothesekniescharnier) ten opzichte van de belastinglijn:
98
Procedure basisopbouw
Procedure voor de statische opbouw