1.2 Veiligheidsinstructies voor gebruikers
Het apparaat mag worden gebruikt door kinderen ouder dan 8 jaar, ouderen en personen met
een lichamelijke, zintuiglijke of mentale handicap of gebrek aan ervaring en kennis, indien zij
!
onder toezicht staan of onderwezen zijn over veilig gebruik van het apparaat en indien zij zich
bewust zijn van de potentiële gevaren.
Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht schoonmaken of onderhouden.
Installatie moet uitgevoerd worden volgens de geldende voorschriften en de instructies van de
!
fabrikant en door gekwalificeerd personeel.
In een gesloten, onder druk staand systeem van de installatie, is het verplicht om een veilig-
heidsklep op het systeem te installeren met een nominale druk van max. 0,3 MPa (3 bar) (zie
!
het label), die drukverhoging in de buffer met meer dan 0,1 MPa (1 bar) boven de nominale
druk voorkomt.
De uitlaat van de veiligheidsklep moet naar beneden gericht zijn en in omgeving zijn waar het
!
niet vriest.
Om een goede werking van de veiligheidsklep te garanderen, dient de gebruiker regel-
!
matig te controleren of er kalk verwijderd moet worden en of de veiligheidsklep niet
geblokkeerd is.
Installeer geen stopventiel tussen de buffer en de veiligheidsklep, omdat dit de drukbewaking
van de buffer teniet zal doen.
Als het systeem moet worden uitgeschakeld, moet u water uit de buffertank laten lopen om
!
bevriezing te voorkomen.
Probeer niet om eventuele gebreken aan de buffertank zelf te repareren. Bel de dichtstbijzijnde
geautoriseerde servicedienst.
4
!
WAARSCHUWINGEN