nEDErlanDs
88
Opmerking: Wanneer u de stofbak verwijdert of terugplaatst, let dan op dat u de bladen van de
motorventilator niet beschadigt.
5
Til het deksel voorzichtig van de stofbak en neem het filter uit de stofbak (fig. 20).
6
Schud de stofbak leeg boven een afvalbak (fig. 21).
7
Als de stofbak vuil is, maakt u de stofbak schoon met een borstel met zachte borstelharen
(zoals een tandenborstel) of een doek (fig. 22).
Let op: Maak de stofbak en het filter niet schoon met water of in de vaatwasmachine.
8
Als het filter vuil is, maak het dan schoon met een borstel met zachte borstelharen (zoals
een tandenborstel) (fig. 23).
9
Plaats het filter terug in de stofbak. Plaats vervolgens het deksel op de stofbak (fig. 24).
10
Plaats de stofbak terug in het stofbakcompartiment (fig. 25).
11
Schuif het stofbakcompartimentdeksel terug op de robot tot deze op zijn plaats klikt.
Let op: Zorg er altijd voor dat het filter in de stofbak is geplaatst. Als u de robot gebruikt zonder
het filter in de stofbak, raakt de motor beschadigd.
De zuigopening, de wielen en de valsensoren schoonmaken
Na verloop van tijd kunnen stof en pluisjes zich ophopen rond de zuigopening, de wielen en de
valsensoren in de onderkant van de robot. Voor een goede werking moet u de zuigopening, de
wielen en de valsensoren van tijd tot tijd schoonmaken.
1
Zorg ervoor dat de aan/uitknop in de 'uit'-stand staat.
2
Plaats de robot ondersteboven op een vlakke ondergrond.
3
Gebruik een borstel met zachte borstelharen (zoals een tandenborstel) om stof of pluisjes
van de zuigopening te verwijderen (fig. 26).
4
Gebruik de borstel ook om stof of pluisjes van het voorwiel en de zijwielen te verwijderen.
5
Gebruik een wattenstaafje om stof en pluisjes van de valsensoren te verwijderen (fig. 27).
Opmerking: Het is belangrijk dat u de valsensoren regelmatig schoonmaakt. Als de valsensoren vuil zijn,
kan het gebeuren dat de robot hoogteverschillen niet detecteert.
De zijborstels schoonmaken
Na verloop van tijd hopen pluisjes, haren en draden zich op rond de assen van de zijborstels. Voor
een goede werking moet u de zijborstels en de assen van tijd tot tijd schoonmaken.
1
Zorg ervoor dat de aan/uitknop in de 'uit'-stand staat.
2
Plaats de robot ondersteboven op een vlakke ondergrond.
3
Pak een van de zijborstels vast aan de borstelharen (fig. 28).
4
Trek de zijborstel omhoog om deze van de as te verwijderen (fig. 29).
5
Gebruik een zachte borstel (zoals een tandenborstel) of een doek om pluisjes, haren en
draden van de as en van de zijborstel te verwijderen (fig. 30).
6
Duw de zijborstel terug op de as (fig. 31).
7
Herhaal stap 2 tot en met 5 voor de andere as en de andere zijborstel.