2 Productbeschrijving
MENU → INSTELLINGEN → Installateurniveau → Installatieconfiguratie
→ Soort circuit:
→ Status:
→ Gew. aanvoertemperatuur: °C
→ Act. aanvoertemperatuur: °C
→ Gew. retourtemperatuur: °C
→ BT-uitschakeltijd: °C
→ Aanvoertemp. wens: °C
→ Gew.aanvoertemp.nacht: °C
→ Stooklijn:
→ Min. gew. aanvoertemp.: °C
→ Max. gew. aanvoertemp.: °C
→ Nachtmodus:
Het gedrag is voor elk verwarmingscircuit afzonderlijk instelbaar.
→ Kamerbijschakeling:
De ingebouwde temperatuursensor meet de actuele kamertemperatuur. De systeemthermostaat berekent een nieuwe gewenste
kamertemperatuur, die voor de aanpassing van de aanvoertemperatuur als referentie wordt gebruikt.
–
Verschil= ingestelde gewenste kamertemperatuur - actuele kamertemperatuur
–
Nieuwe gewenste kamertemperatuur = ingestelde gewenste kamertemperatuur + verschil
Voorwaarde: De systeemthermostaat resp. de afstandsbediening is in de functie Zonetoewijzing: aan de zone toegewezen, waarin
de thermostaat resp. de afstandsbediening is geïnstalleerd.
De functie Kamerbijschakeling: is buiten werking, als Geen toek. in de functie Zonetoewijzing: is geactiveerd.
→ Koelen mogelijk:
126
→ Retourverho-
Het CV-circuit wordt gebruikt voor de retourverhoging. De retourverho-
ging
ging voorkomt een te groot temperatuurverschil tussen CV-aanvoer- en
retourleiding en beschermt tegen corrosie in de CV-ketel bij langere on-
derschrijding van het dauwpunt.
Temperatuur selecteren, waarmee het CV-water in de CV-ketel moet terugstromen.
Bovengrens voor de buitentemperatuur invoeren. Als de buitentemperatuur boven de inge-
stelde waarde stijgt, deactiveert de systeemthermostaat het CV-bedrijf.
Temperatuur voor het vaste waarde-circuit selecteren, dat binnen het tijdvenster geldt.
Temperatuur voor het vaste waarde-circuit selecteren, dat buiten het tijdvenster geldt.
De stooklijn (→ hoofdstuk Productbeschrijving) is de afhankelijkheid van de aanvoertempera-
tuur van de buitentemperatuur voor de gewenste temperatuur (gewenste kamertemperatuur).
Ondergrens voor de aanvoerstreeftemperatuur invoeren. De systeemthermostaat vergelijkt
de ingestelde waarde met de berekende aanvoerstreeftemperatuur en regelt naar de hogere
waarde.
Bovengrens voor de aanvoerstreeftemperatuur invoeren. De systeemthermostaat vergelijkt
de ingestelde waarde met de berekende aanvoerstreeftemperatuur en regelt naar de lagere
waarde.
→ Eco
De verwarmingsfunctie is uitgeschakeld en de vorstbeveiligingsfunctie is
actief.
Bij buitentemperaturen die langer dan 4 uur onder 4 °C zijn schakelt de
systeemthermostaat de warmteopwekker in en regelt naar de Afkoel-
temperatuur: °C. Bij een buitentemperatuur boven 4 °C schakelt de sys-
teemthermostaat de warmteopwekker uit. De bewaking van de buiten-
temperatuur blijft actief.
Gedrag van het CV-circuit buiten het tijdvenster. Voorwaarde:
–
In de functie Verwarmen → Modus: is Tijdgest. geactiveerd.
–
In de functie Kamerbijschakeling: is Actief of Inactief geactiveerd.
Als Uitgebreid in de Kamerbijschakeling: is geactiveerd, regelt de sys-
teemthermostaat onafhankelijk van de buitentemperatuur naar de ge-
wenste kamertemperatuur 5 °C.
→ Normaal
De verwarmingsfunctie is ingeschakeld. De systeemthermostaat regelt
naar de Afkoeltemperatuur: °C.
→ Inactief
→ Actief
Aanpassing van de aanvoertemperatuur afhankelijk van de actuele ka-
mertemperatuur.
→ Uitgebreid
Aanpassing van de aanvoertemperatuur afhankelijk van de actuele ka-
mertemperatuur. De systeemthermostaat activeert/deactiveert aanvul-
lend de zone.
–
De zone wordt gedeactiveerd: actuele kamertemperatuur > inge-
stelde kamertemperatuur + 2/16 K
–
De zone wordt geactiveerd: actuele kamertemperatuur < ingestelde
kamertemperatuur + 3/16 K
Voorwaarde: een warmtepomp is aangesloten.
Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding sensoCOMFORT 0020288147_00