MENU → INSTELLINGEN → Installateurniveau → Installatieconfiguratie
→ Offset buffer: K
→ Aansturingsomkering:
→ Aanstuurvolgorde:
→ Conf.ext.ing.:
→ Configuratie systeemschema
→ Systemschemacode:
→ Configuratie FM5:
→ Configuratie FM3:
→ Multif.uitg. FM3:
→ Multif.uitg. FM5:
→ Configuratie WP-regelmodule
→ Multif.uitg. 2:
→ ME:
De systeemthermostaat controleert, of bij de ingang van de warmtepomp een signaal aanwezig is. Bijvoorbeeld:
–
Ingang aroTHERM: ME van de warmtepompregelingsmodule
–
Ingang flexoTHERM: X41, klem FB
→ warmteopwekker 1
→ Warmtepomp 1
→ WP-regelmodule
→ Status:
→ Actuele aanvoertemperatuur: °C
→ Circuit 1
→ Soort circuit:
0020288147_00 sensoCOMFORT Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding
Bij overtollige stroom wordt het buffervat door de warmtepomp verwarmd naar de aanvoer-
temperatuur + ingestelde offset. Voorwaarde:
–
Een fotovoltaïsche installatie is aangesloten.
–
In de functie Configuratie WP-regelmodule → ME: is Fotovoltaïek geactiveerd.
→ Uit
De systeemthermostaat stuurt de warmteopwekkers altijd in de volgorde
1, 2, 3, ... aan.
→ Aan
De systeemthermostaat sorteert de warmteopwekkers een keer per dag
volgens de duur van de aansturingstijd.
De bijstookverwarming is van de sortering uitgesloten.
Voorwaarde: De CV-installatie heeft een cascade.
Volgorde, waarin de systeemthermostaat de warmteopwekkers aanstuurt.
Voorwaarde: De CV-installatie heeft een cascade.
Selectie of het externe CV-circuit met een brug of met open klemmen wordt gedeactiveerd.
Voorwaarde: de functiemodule FM5 en/of FM3 is aangesloten.
Systemen zijn over het algemeen op aangesloten systeemcomponenten gegroepeerd. Elke
groep heeft een systeemschemacode. Gebaseerd op de ingevoerde code schakelt de sys-
teemthermostaat de systeemgerelateerde functies vrij.
Door de aangesloten componenten kunt u voor de geïnstalleerde installatie de systeem-
schema-code vaststellen (→ gebruik van de functiemodule, systeemschema, inbedrijfname)
en hier invoeren.
Elke configuratie komt overeen met een gedefinieerde klemmenbezetting (→ aansluitbezet-
ting functiemodule FM5). De klemmenbezetting bepaalt, welke functies de in- en uitgangen
hebben.
Configuratie selecteren die bij de geïnstalleerde installatie past.
Elke configuratie komt overeen met een gedefinieerde klemmenbezetting (→ aansluitbezet-
ting functiemodule FM3). De klemmenbezetting bepaalt, welke functies de in- en uitgangen
hebben.
Configuratie selecteren die bij de geïnstalleerde installatie past.
Functiebezetting van de multifunctionele uitgang selecteren.
Functiebezetting van de multifunctionele uitgang selecteren.
Functiebezetting van de multifunctionele uitgang selecteren.
→ Niet verbon-
De systeemthermostaat negeert het aanwezige signaal.
den
→ 1 x circulatie
De gebruiker heeft op de toets voor de circulatie gedrukt. De systeem-
thermostaat activeert de circulatiepomp voor een korte periode.
→ Fotovoltaïek
Bij overtollige stroom is een signaal aanwezig en activeert de systeem-
thermostaat eenmalig de functie Warm water snel. Als het signaal aan-
wezig blijft, wordt het buffervat met aanvoertemperatuur + offset buffer-
vat zolang geladen, tot het signaal bij de warmtepomp weggaat.
→ Inactief
Het CV-circuit wordt niet gebruikt.
→ Verwarmen
Het CV-circuit wordt gebruikt om te verwarmen en is weersafhankelijk
geregeld. Afhankelijk van het systeemschema kan het CV-circuit een
mengklepcircuit of een direct circuit zijn.
→ Vaste waarde
Het CV-circuit wordt gebruikt om te verwarmen en is op een vaste aan-
voerstreeftemperatuur geregeld.
→ Warm water
Het CV-circuit wordt als warmwatercircuit voor een extra boiler gebruikt.
Productbeschrijving 2
125