nl Uw apparaat leren kennen
De lucht mag niet worden afgevoerd in
een schoorsteen die wordt gebruikt
voor afvoergassen van apparaten be-
stemd voor het verbranden van gas of
andere brandstoffen (dit geldt niet voor
ventilatieapparatuur).
Komt de afvoerlucht terecht in een
¡
rook- of afvoergasschoorsteen die
niet in gebruik is, dan dient hiervoor
toestemming van een vakbekwame
schoorsteenveger te worden verkre-
gen.
Wordt de afvoerlucht door de buiten-
¡
muur geleid, dan raden wij u aan
een telescoop-muurkast te gebrui-
ken.
Gebruik met circulatielucht
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en een
geurfilter gereinigd en weer teruggeleid in de ruimte.
Om geurtjes te voorkomen bij het ge-
bruik van circulatielucht, dient u een
geurfilter te monteren. De verschillende
manieren om het apparaat met circula-
tielucht te gebruiken, vindt u in onze ca-
talogus of kunt u navragen bij uw speci-
aalzaak. Het daartoe benodigde toebe-
horen is verkrijgbaar bij de speciaal-
zaak, de klantenservice of in de online-
shop.
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van uw apparaat.
Bedieningselementen
Via de afstandsbediening stelt u alle functies van uw
apparaat in.
Tip: Richt de afstandsbediening zo precies mogelijk op
de infraroodontvanger van de LED-indicatie.
46
Apparaat in- of uitschakelen
Automatische modus
Ventilatorstand verhogen
Ventilatorstand verlagen
Interval-ventilatie inschakelen of uitschakelen.
Home Connect inschakelen of uitschakelen
Filterverzadigingsindicatie terugzetten
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Led-indicatie
De led-indicatie toont de ingestelde waarden en func-
ties.
1 2 3 4 5
Ventilatorstand 1 / verzadigingsindicatie vetfilter
1
Ventilatorstand 2 / verzadigingsindicatie geurfil-
2
ter
Ventilatiestand 3
3
Intensiefstand 1
4
Intensiefstand 2
5
Automatisch bedrijf
6
valventilatie
Home Connect
7
Infraroodontvanger
8
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het ap-
paraat en de accessoires.
Functie instellen
Uw apparaat is standaard op circulatiefunctie ingesteld.
Voor het gebruik in de circulatiefunctie moet u de func-
tie instellen.
Aanwijzing Voor het gebruik in de circulatiefunctie hebt
u bijkomend toebehoren nodig.
Voorwaarde: Het apparaat is uitgeschakeld.
en ca. 3 seconden ingedrukt houden.
1.
Om de circulatiefunctie (niet regenereerbare fil-
‒
ter) in te stellen, /
dicatie de led 2 brandt.
Om de circulatiefunctie (regenereerbare filter) in
‒
te stellen, /
indrukken tot op de led-indicatie
de led 3 brandt.
Om de elektronische besturing opnieuw op be-
‒
drijf zonder circulatiefilter om te stellen, /
drukken tot in de led-indicatie de led 1 brandt.
1
inschakelen
6
7
8
1
/ ventilatornaloop / inter-
indrukken tot op de led-in-
in-