nl
Menu-nr.
Parameter/
info
Installatie
5.00
Pomptype
5.04
Aantal laad-
5.05
pompen
Drukbereik
5.11
Sensor
Bereik ni-
5.21
veausensor
citerne
Montage-
hoogte van
5.22
de niveau-
sensor
Hoogwater-
niveau ci-
5.24
terne
Vorm van de
citerne
5.26
Hoogte en
diameter ci-
terne
5.29
Pompkick
5.40
Pompkick
5.42
interval
Pompkick
5.43
duur
Max. niveau
5.51
overloop ci-
terne
Max. Niveau
stadswater
5.52
Max. niveau
regenwater
5.53
Bescher-
ming tegen
5.54
verkalking
Spoelen van
5.55
het systeem
76
Beschrijving
Min.
Max. Tekst
HiMulti3-24; Hi-
Multi3-25; HiMul-
ti3-45
0
1
0,0
16,0
0,0
25,0
1
1000
1
1000
none; rectangle -
cylindric; cylindric
horizontal - sphere
1
1000
1
336
1
60
1
1000
1
1000
1
1000
0
7
1
31
Standaard
In-
Toe-
stal-
gang
latie
sni-
veau
1
De laatste
3
instelling
wordt ge-
bruikt
0
2
10,0
bar
3
5.00
m
3
15
cm
3
<5,51>+5
cm
3
rectangle
2
110
cm
3
Uit; aan
2
24
u
2
5
s
2
100
cm
3
<5,22> +10
cm
2
<5,22> +10
cm
2
7
d
2
7
d
2
Beschrijving
De instellingen met betrekking tot de in-
bouw van het paneel in een installatie
Voor selectie van pomptype om de
pompkarakteristieken te definiëren voor
geoptimaliseerde gewenste druk voor
uitschakeling, zie menu 1.05
Bevat aantal pompen toegewezen aan
een reservoir
Definieert het bereik van de geïnstalleer-
de analoge druksensor
Definieert het bereik van de geïnstalleer-
de sensor in de waterkelder
Afstand tussen grondniveau en geïnstal-
leerde hoogte van de sensor
De drempelpeilwaarde in het reservoir
waarboven hoogwater wordt gemeld (af-
stand ten opzichte van 5,51) 5,22 < 5,51
< 5,24 < 5,29
Als het reservoir een gedefinieerde vorm
heeft, kan deze hier worden geselecteerd
en worden gebruikt voor het berekenen
van de waterinhoud
Als een vorm cilindrisch horizontaal of
bolvormig voor het reservoir wordt gese-
lecteerd waarvoor een diameter vereist is,
wordt deze hier gedefinieerd voor het
berekenen van de inhoud 5,22 < 5,51 <
5,24 < 5,29
Pompkickfunctie inschakelen of uitscha-
kelen
Het interval tussen pompkicks of nadat
pompen zijn gestopt tot de volgende
pomp-kick
De periode gedurende welke de pomp
draait tijdens pompkick
De drempelpeilwaarde in het reservoir
waarboven overloop wordt gemeld. 5,22
< 5,51 < 5,24 < 5,29
De drempelpeilwaarde waaronder moet
worden omgeschakeld naar TWM (af-
stand ten opzichte van 5,22) 5,22 < 5,52
< 5,53 < 5,51
De drempelpeilwaarde waarboven moet
worden omgeschakeld naar RWM (af-
stand ten opzichte van 5,52) 5,22 < 5,52
< 5,53 < 5,51
Om de klep tegen verkalking te bescher-
men kan deze van tijd tot tijd worden be-
diend zoals in deze parameter is vastge-
legd
Om de breektank af en toe te reinigen,
kan deze na een hier vastgelegde periode
worden gespoeld met schoon water
WILO SE 2020-02