Veiligheidsvoorschriften Voor Het Verfspuiten; Vlampunt; Explosieveiligheid; Explosie- En Brandgevaar Tijdens Het Spuiten Door Ontstekingsbronnen - WAGNER TempSpray-H306 Betriebsanleitung

NL
veIlIgheIdsvoorschrIften
1
VeILIgheIDsVoorschrIfteN
Voor het VerfspuIteN
De veiligheidstechnische voorschriften voor het Airless-spui-
ten zijn vastgelegd in:
a) De Europese norm "Verstuif- en spuitapparatuur voor be-
kledingsmaterialen – Veiligheidseisen" (EN 1953: 1998).
b) De Duitse brancheregels voor veiligheid en gezondheid
op de werkplek "Gebruik van arbeidsmiddelen" BGR 500
deel 2, Hoofdstuk 2.29 en 2.36.
c) De Duitse branchevoorschriften "Werken met vloeistof-
spuitapparatuur" (BGV D15) en "Verwerken van bedek-
kingsmaterialen" (BGV D25) (beide ingetrokken).
Voor een veilige omgang met Airless hogedruk-spuitappara-
ten moeten de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant van
het Airless-apparaat in acht worden genomen.
Bij gebruik van de hier beschreven verwarmingsslangen moe-
ten de volgende aanvullende veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen:
1.1

VLAmpuNt

Verspuit uitsluitend bedekkingsmaterialen
met een vlampunt dat 5 Kelvin hoger ligt dan
de gekozen verwarmingstemperatuur (maar
in ieder geval hoger dan 21 °C).
Het vlampunt is de laagste temperatuur
waarbij het bedekkingsmateriaal dampen
vormt. Deze dampen zijn voldoende om met
de lucht boven het bedekkingsmateriaal een
brandbaar mengsel te vormen.
1.2

expLosIeVeILIgheID

Gebruik het apparaat niet op plaatsen die zijn
gezoneerd als plaatsen waar ontploffingsge-
vaar kan heersen.
Het apparaat is niet explosieveilig uitge-
voerd.
1.3
expLosIe- eN brANDgeVAAr tIjDeNs het
spuIteN Door oNtstekINgsbroNNeN
In de directe omgeving mogen zich geen
ontstekingsbronnen bevinden, zoals b.v.
open vuur, brandende sigaretten, sigaren en
pijpen, vonken, gloeidraden, hete oppervlak-
ken, enz.
78
TempSpray-H306 / -H206 / -H106
1.4
eLektrostAtIsche opLADINg
(optreDeN VAN VoNkeN of brAND)
Ten gevolge van de stroomsnelheid van
het bedekkingsmateriaal in de slang kan er
elektrostatische oplading optreden op het
apparaat.
Dit kan bij ontlading leiden tot vonken of
brand. Daarom is het noodzakelijk dat het
Airless-apparaat altijd volgens de voorschrif-
ten is geaard.
1.5

AArDINg VAN het spuItobject

Het te coaten spuitobject moet zijn geaard om ook hier elek-
trostatische oplading te voorkomen
(de wanden van gebouwen zijn doorgaans natuurlijk geaard).
1.6
beschermINgsAArDe VAN De
VerWArmINgssLANg
Bij storingen (defecte verwarmingsdraad) zorgt de bescher-
mingsaarde van de verwarmingsslang voor beveiliging tegen
een elektrische schok. Dit wordt gerealiseerd via het netsnoer
dat is aangesloten op een wandcontactdoos met randaarde.
Er moet worden gecontroleerd dat de aarde
van de wandcontactdoos inderdaad is aan-
gesloten op de verwarmingsslang, volgens
de voorschriften is geïnstalleerd en correct
functioneert.
Waneer de verwarming defect is en het display van het be-
dieningspaneel F0/HI weergeeft, moet de hoofdschakelaar
van de verwarmingsslang worden uitgeschakeld.
1.7
gebruIk VAN het AppArAAt op
bouWterreINeN eN IN WerkpLAAtseN
Aansluiting op het lichtnet mag uitsluitend via een speciaal
voedingspunt met een aardlekbeveiliging van ≤ 30 mA.
In het WAGNER accessoireprogramma vindt u
mobiele elektrische persoonsbeschermings-
voorzieningen, die u ook met andere elektri-
sche apparaten kunt gebruiken.