KOELMIDDELLEIDINGEN & HOEVEELHEID KOELMIDDEL
?
O P M E R K I N G
Houd de klep met een hand vast om de schroeven te verwijderen omdat
deze anders kan vallen.
Onderhoudsklep
Haak (drie plaatsen): twee ventilatoren
Haak (twee plaatsen): één ventilator
a. Voor de leidingen aan de voor- en zijkant
Bij gebruik van beugels of geleidebuizen, controleer de
afmetingen en verwijder
spleet.
?
O P M E R K I N G
Breng isolatie aan (niet-meegeleverd) om kabels en slangen te
beschermen tegen beschadiging door scherpe randen.
b. Voor benedenwaartse leidingen
Vloeistofleiding
?
O P M E R K I N G
Zorg ervoor dat de kabels niet direct contact maken met de
leidingen.
c. Voor leidingen aan de achterkant
?
O P M E R K I N G
Verwijder de klep van de achterste leiding onder de achterklep en
verwijder
het onderdeel langs de spleet.
136
PMML0397B rev.0 - 11/2015 - P5416650
(afbeelding ter illustratie)
Gat voorste koudemiddelleiding
Gat laterale koudemiddelleiding
het onderdeel langs de
Kabels
Gasleiding
Uitdrijfgat
Basis
Achterdeksel
2 Bevestig de leidingklep om te voorkomen dat water in de
unit loopt. Dicht de gaten af waar leidingen en bedrading
doorheen lopen met een isolatiemiddel (niet meegeleverd).
3 Als de niet-meegeleverde leidingen rechtstreeks op de
sluitventielen worden aangesloten, is het raadzaam een
buizenbuiger te gebruiken.
4 Controleer of de sluitventielen volledig zijn gesloten voordat
u de leidingen aansluit.
5 Sluit de niet-meegeleverde koudemiddelleidingen aan op de
binnen- en buitenunit. Breng een dunne laag olie aan op het
oppervlak van de opgetrompte moer en de leiding voordat u
de moer vastdraait.
6 Dicht de opening tussen het uitdrijfgat en de
koudemiddelleidingen af met isolatiemateriaal, nadat u de
koudemiddelleiding hebt aangesloten.
7 Bedien het sluitventiel overeenkomstig de onderstaande
afbeelding.
Sluitventiel buitenunit
Spindelmodel
Gesloten bij levering
Aanhaalmoment (Nm)
Vloeistofklep
7-9
Gasklep
--
Geen twee spanners
aanbrengen op deze
positie. Anders kan
lekkage ontstaan.
Kogelmodel
(a)
Spindelafsluiter
Opgetrompte moer
Kap
Controlekoppeling voor uitlaat
49-61
33-42
14-18
100-120
12-14
12-14
Afsluiter
(spindelmodel)
Opgetrompte
moer