Warmtetelling (L); Temperatuurverschilregeling (M); 3De Boiler Met Ventiel (N); Zwembad (P) - Buderus EMS plus SM200 Bedienungsanleitung

2.3.12 Warmtetelling (L)

V
Door het kiezen van de warmtehoeveelheidsmeter kan het bepalen van
de opbrengst worden ingeschakeld.
• Uit de gemeten temperaturen en het debiet wordt de warmtehoeveel-
heid bepaald, rekening houdend met het glycolgehalte in het solarcir-
cuit.
Bij de configuratie van de solarinstallatie wordt "L" toegevoegd.
Opmerking: het bepalen van de opbrengst resulteert alleen in correcte
waarden, wanneer de debietmeting werkt met 1 impuls/liter.

2.3.13 Temperatuurverschilregeling (M)

Vrij configureerbare temperatuurverschilregelaar (alleen beschikbaar bij
combinatie van de SM200 met SM100)
• Afhankelijk van het temperatuurverschil tussen de temperatuur aan
de warmtebron en het koellichaam en het in-/uitschakeltemperatuur-
verschil wordt via het uitgangssignaal een pomp of een ventiel aange-
stuurd.

2.3.14 3de boiler met ventiel (N)

3e boiler met voorrangsregeling/secundaire regeling via 3-wegklep
• Voorrangsboiler instelbaar (1e Boiler – boven links, boiler 2 – onder
links, boiler 3 – boven rechts).
• Alleen wanneer de voorrangboiler niet verder kan worden opge-
warmd, wordt via de 3-wegklep de boilerlading naar de secundaire
boiler omgeschakeld.
• Terwijl de secundaire boiler wordt opgewarmd, wordt de solarpomp
met testintervallen die kunnen worden ingesteld gedurende de test-
periode uitgeschakeld, om te controleren, of de voorrangboiler kan
worden opgewarmd (omschakelcheck).

2.3.15 Zwembad (P)

SM200 – 6720879922 (2017/11)
0 010 013 352-001
0 010 013 353-001
0 010 013 354-001
0 010 013 355-001
Gegevens betreffende het product
Zwembadfunctie
Functie als 2de boiler met ventiel (B), 2de boiler met pomp (C) of 3de
boiler met ventiel (N) echter voor zwembad (zwembassin).
Deze functie is alleen beschikbaar, wanneer functie B, C of N is toege-
voegd.
OPMERKING: Wanneer de functie Zwembad (P) is toegevoegd, nooit
de pomp (filterpomp) van het zwembassin op de module aansluiten.
Sluit de pomp aan op de zwembadregeling. Er moet gewaarborgd zijn,
dat de zwembassinpomp (filtercircuitpomp) en de solarpomp tegelijk in
bedrijf zijn.

2.3.16 Ext. warmtewisselaar Sp. 3 (Q)

Op solarzijde externe warmtewisselaar op boiler 3
• Wanneer de temperatuur aan de warmtewisselaar met het inschakel-
temperatuurverschil hoger is dan de temperatuur aan boiler 3 onder,
wordt de boilerlaadpomp ingeschakeld. De vorstbeveiligingsfunctie
voor de warmtewisselaar is gewaarborgd.
Deze functie is alleen beschikbaar, wanneer functie N is toegevoegd.
2.4 Beschrijving van de circulatiesystemen en de circula-
tiefuncties
Door de uitbreiding van een circulatiesysteem met functies kan het sy-
steem aan de geldende eisen worden aangepast. Voorbeelden voor mo-
gelijke circulatiesystemen vindt u bij de aansluitschema's.
2.4.1

Omlaadsysteem (3)

Basis circulatiesysteem voor circuleren uit een BST naar een warmwater-
boiler
• Wanneer de temperatuur van de BST (2e boiler – links) met het in-
schakeltemperatuurverschil hoger is dan de temperatuur van de
warmwaterboiler onder (1e boiler – midden), wordt de boilerlaad-
pomp voor omladen ingeschakeld.
Dit systeem is alleen met de bedieningseenheid SC300 beschikbaar en
wordt via de instellingen voor het circulatiesysteem geconfigureerd.
2.4.2

Omlaadfunctie: Therm.des./dag.opw.(A)

Thermische desinfectie van de warmwaterboiler en het circulatiestation
ter voorkoming van legionella ( drinkwaterreglementering)
• Het gehele warmwatervolume en het circulatiestation worden dage-
lijks tot de voor de dagelijkse opwarming ingestelde temperatuur op-
gewarmd.
0 010 013 356-001
0 010 013 357-001
0 010 013 358-001
2
25