Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Foutopsporing; Algemeen - Jacobsen R311T-T4I Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch

Sichelmäher mit überrollfaltbügel (rops)
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für R311T-T4I:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

9

FOUTOPSPORING

9
FOUTOPSPORING
9.1

ALGEMEEN ______________________________________________________________

Onderstaande foutopsporingstabel vermeldt basisproblemen die zich kunnen voordoen tijdens start-up en werking. Voor
meer gedetailleerde informatie betreffende de hydraulische en elektrische systemen kunt u het beste contact opnemen met
de Jacobsendealer in uw gebied.
Symptomen
Motor start niet.
Motor start moeilijk of
loopt slecht.
Motor stopt.
Motor loopt warm.
Accu verliest spanning.
Maaiers maaien niet of
ongelijkmatig.
Tractor reageert niet op
tractiepedaal.
Aanzetstuk
kan
niet
omhoog
of
omlaag
worden gebracht.
Meters/indicators
werken niet.
nl-56
Mogelijke oorzaken
1.
Parkeerrem niet aangetrokken,
tractiepedaal niet in vrijstand of
PTO-schakelaar geactiveerd.
2.
Lage accuspanning of defecte
accu.
3.
Brandstoftank leeg of vuil.
Brandstofafsluitklep gesloten.
4.
Contactverbreker doorgeslagen.
1.
Laag brandstofniveau, brandstof
of brandstoffilter vuil.
2.
Luchtfilter vuil.
3.
Inspuitstukken, brandstofpomp.
4.
Motorprobleem.
1.
Brandstoftank leeg.
2.
Vergrendelingen niet
ingeschakeld vóór het verlaten
van de bestuurdersplaats.
1.
Laag koelmiddelpeil.
2.
Luchtaanvoer belemmerd.
3.
Waterpompriem gebroken of los.
4.
Motor overbelast.
1.
Losse of gecorrodeerde
accuklemmen.
2.
Laag elektrolytpeil.
3.
Wisselstroomdynamoriem los of
gebroken.
4.
Laadsysteem defect.
1.
Maaieenheden niet volledig
neergelaten.
2.
Te laag motortoerental.
3.
Laag hydrauliekoliepeil.
1.
Parkeerrem aangetrokken.
2.
Sleepklep staat open.
3.
Laag hydrauliekoliepeil.
1.
Laag hydrauliekoliepeil.
1.
Contactverbreker doorgeslagen.
2.
Losse bedrading.
1.
Controleer operationeel back-up systeem en start-up
procedure.
2.
Inspecteer conditie van de accu en accu-aanslu-
itingen.
3.
Vullen met verse brandstof. Brandstoffilter vervangen.
Brandstofleidingen ontluchten. Open de brandsto-
fafsluitklep.
4.
Contactverbreker terugstellen.
1.
Vullen met verse brandstof. Oliefilter vervangen.
Brandstofleidingen ontluchten.
2.
Luchtfilter inspecteren en vervangen.
3.
Raadpleeg motorhandleiding.
4.
Raadpleeg motorhandleiding.
1.
Vullen met verse brandstof, brandstofleidingen
ontluchten.
2.
Parkeerrem aantrekken , zet de kooischakelaar in de
OFF-stand (UIT) en de tractiepedaal in de vrijstand.
1.
Inspecteren en koelmiddel bijvullen.
2.
Reinig de koelluchtinlaat.
3.
Riem spannen of vervangen.
4.
Rijsnelheid verminderen.
1.
Klemmen inspecteren en schoonmaken.
2.
Bijvullen tot juiste peil.
3.
Riem spannen of vervangen.
4.
Zie motorhandleiding.
1.
Laat de maaieenheden neer op de grond.
2.
Toerental controleren, motor met vol gas laten lopen.
3.
Reservoirniveau inspecteren, zonodig bijvullen.
1.
Parkeerrem loszetten.
2.
Sleepklep sluiten.
3.
Reservoirniveau inspecteren, zonodig bijvullen.
1.
Reservoirniveau inspecteren, zonodig bijvullen.
1.
Stroomverbreker terugstellen en lampje controleren.
2.
Elektrische aansluitingen controleren.
Actie

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis