4.1 Horizontaal controleren en kalibreren (X- en Y-as)
4.1.1 Horizontaal controleren
Horizontaal
controleren, stap
voor stap
Controleren en Inregelen
1. Plaats de laser op een vlak oppervlak, 15 of
30 meter vanaf een muur. Stel de laser zo
op dat de X1 op de muur is gericht.
2. Schakel de laser in. Nadat de laser zich
waterpas heeft gesteld, stopt u het roteren
zodat de straal een punt is.
3. Markeer de positie van de straal.
4. Draai de laser 180°. Markeer na 90
seconden de positie van de straal in de
buurt van de eerste markering.
5. Beide metingen dienen vanaf dezelfde positie te worden uitgevoerd.
Op 100 m mogen de markeringen niet meer dan 15 mm van elkaar verwij-
derd zijn. Dit is een nauwkeurigheid van 7.5 mm op 100 m afstand.
6. Als de markeringen dicht genoeg bij elkaar staan, is de X-as voldoende
gekalibreerd. Nu moet de tweede as (Y) worden gecontroleerd (zie stap 7).
Als de markeringen niet dicht genoeg bij elkaar staan, moet de X-as
worden gekalibreerd (zie "Kalibreren van de X-as").
7. Om de Y-as te controleren, moet u de laser 90° draaien ten opzichte van
stap 4, zodat Y2 op de muur is gericht. Herhaal nu dezelfde stappen:
markeer de Y-straal, draai de laser 180° en markeer de Y-straal nogmaals.
ZEL400H+ | 20