2.3.4
Verwarmingsondersteuning boil. 2 (D)
Verwarmingsondersteuning door solarsysteem met buffer- of combiboi-
ler (
)
• Functie als cv-ondersteuning (A), echter voor boiler nr. 2. Wanneer
de boilertemperatuur met het inschakeltemperatuurverschil hoger is
dan de retourtemperatuur van de verwarming wordt de boiler via de
3-wegklep in de retour opgenomen.
2.3.5
Externe warmtewisselaar boiler 1 (E)
Op solarzijde externe warmtewisselaar op boiler 1
• Wanneer de temperatuur aan de warmtewisselaar met het inschakel-
temperatuurverschil hoger is dan de temperatuur aan boiler 1 onder,
wordt de boilerlaadpomp ingeschakeld. De vorstbeveiligingsfunctie
voor de warmtewisselaar is gewaarborgd.
2.3.6
Externe warmtewisselaar boiler 2 (F)
Op solarzijde externe warmtewisselaar op boiler 2
• Wanneer de temperatuur aan de warmtewisselaar met het inschakel-
temperatuurverschil hoger is dan de temperatuur aan boiler 2 onder,
wordt de boilerlaadpomp ingeschakeld. De vorstbeveiliging voor de
warmtewisselaar is gewaarborgd.
Deze functie is alleen beschikbaar, wanneer functie B of C is toegevoegd.
2.3.7
2de collectorveld (G)
2e collectorveld (bijv. oost/west-uitrichting)
Functie van beide collectorvelden overeenkomstig solarsysteem 1,
maar:
• Wanneer de temperatuur van het 1e collectorveld met het inschakel-
temperatuurverschil hoger is dan de temperatuur op boiler 1 onder,
wordt de linkersolarpomp ingeschakeld.
• Wanneer de temperatuur van het 2e collectorveld met het inschakel-
temperatuurverschil hoger is dan de temperatuur op boiler 1 onder,
wordt de rechtersolarpomp ingeschakeld.
MS 200 – 6720879918 (2017/11)
0 010 013 344-001
0 010 013 345-001
0 010 013 346-001
0 010 013 347-001
2.3.8
cv-ondersteuning conform (H)
Verwarmingsondersteuning door solarsysteem gemengd bij buffer- of
combiboiler (
)
• Alleen beschikbaar, wanneer cv-ondersteuning (A) of verwar-
mingsondersteuning Sp. 2 (D) is gekozen.
• Functie als cv-ondersteuning (A) of verwarmingsondersteuning
Sp. 2 (D); bovendien wordt de retourtemperatuur via de mengkraan
op de ingestelde aanvoertemperatuur geregeld.
2.3.9
Omlaadsysteem (I)
Omlaadsysteem met solarverwarmde voorverwarmingsboiler voor
warmwaterbereiding
• Wanneer de temperatuur van de voorverwarmingsboiler (1e boiler –
links) met het inschakeltemperatuurverschil hoger is dan de tempe-
ratuur van de stand-byboiler (3e boiler – rechts), wordt de boiler-
laadpomp voor omladen ingeschakeld.
2.3.10 Syst. met warmtewisselaar (J)
Omlaadsysteem met BST
• Boiler met interne warmtewisselaar.
• Wanneer de temperatuur van de BST (1e boiler – links) met het in-
schakeltemperatuurverschil hoger is dan de temperatuur van de
warmwaterboiler (3e boiler – rechts), wordt de boilerlaadpomp voor
omladen ingeschakeld.
2.3.11 Therm.desinf./dagelijkse opw. (K)
Thermische desinfectie ter voorkoming van legionella
( Drinkwaterverordening) en dagelijkse opwarming van de boiler of
boilers
• Het gehele warmwatervolume wordt wekelijks gedurende een half
uur minimaal tot de voor de thermische desinfectie ingestelde tempe-
ratuur opgewarmd.
• Het gehele warmwatervolume wordt dagelijks tot de voor de dagelijk-
se opwarming ingestelde temperatuur opgewarmd. Deze functie
wordt niet uitgevoerd, wanneer het warm water door de solaire op-
warming de temperatuur binnen de laatste 12 uur al heeft bereikt.
Bij de configuratie van de solarinstallatie wordt in de grafiek niet ge-
toond, dat deze functie werd toegevoegd. In de identificatie van de solar-
installatie wordt de "K" toegevoegd.
Gegevens betreffende het product
0 010 013 348-001
0 010 013 349-001
0 010 013 350-001
0 010 013 351-001
23