Applicatieschema
Fig. 1
1. Buitenunit
2. Hydronische module
3. SWW-tank (optie)
4. Kogelkleppen (niet meegeleverd)
5. Waterfilter (niet meegeleverd)
6. Collectoren (niet meegeleverd)
7. 3-wegklep (optie)
T1, T2, T3 : terminals
C1, C2, C3 : thermostaten verbonden met terminals
C : gebruikersinterface (extra of los van de unit) of
thermostaat verbonden met de hydronische module
Terminals
De volgende terminaltypes zijn mogelijk:
• vloercircuit
• ventilatorspoelen
• radiatoren
• lagetemperatuurradiatoren
Verschillende terminals vereisen een verschillende
watertemperatuur.
Omwille van het comfort, wordt aanbevolen tegelijk
geen terminals te gebruiken die een verschillende
watertemperatuur vereisen.
Voorbeeld: het is mogelijk een vloerkring te gebruiken voor
verwarming en een ventilatorspoel voor koeling, maar beide
systemen tegelijk gebruiken (voor verwarming of koeling),
veroorzaakt ongemak.
Een vloerkring is de aanbevolen terminal, omdat deze het
efficiëntste energiegebruik garandeert.
Beschrijving van de unit
Fig. 2
1. Waterafvoerleiding
2. Boilerleidingen (enkel modellen 80AW----M0)
3. Watertoevoerleiding
4. Vulklep
5. Koudemiddelbuizen
Fig. 3
1. Gebruikersinterface (op unit gemonteerd)
2. Manometer
3. Waterpomp
4. Besturingskast
5. Hoofdkaart
Inhoud Box
Fig. 4
1. Hydronische module
2. Wandarm
3. Afdekplaat in plaats van verplaatste gebruikersinterface
4. Handleiding hydronische module
5. Handleiding gebruikersinterface
130 80AWX- 80AWH
Regeling van de kamertemperatuur
In één kamer of verschillende kamers kunnen meerdere
terminals (T1, T2... Tn) worden geplaatst.
Elk van hen kan voorzien zijn van een thermostaat die de
terminal uitschakelt wanneer een bepaalde temperatuur is
bereikt.
Het is mogelijk 1 kamer te regelen met een
gebruikersinterface of een thermostaat die verbonden is
met de unit.
Dit moet de kamer zijn met de hoogste verwarmings-/
koelbehoeften.
In deze kamer hoeft geen thermostaat op de terminal(s) te
worden geplaatst.
Het verdient aanbeveling een thermostaat te installeren
op de terminals in kamers met een sterk verschillende
thermische behoefte.
De kamer wordt best geregeld met de gebruikersinterface;
op die manier regelt de besturing de watertemperatuur op
basis van het instelpunt en worden comfort en energie-
efficiëntie geoptimaliseerd.
Indien er geen gebruikersinterface wordt gebruikt:
• indien er thermostaten worden gebruikt, dient u de
klimaatcurven in de verwarmingsmodus iets hoger in te
stellen en in de koelmodus iets lager
• indien er geen thermostaten worden gebruikt
(temperatuurvereisten moeten gelijk zijn voor alle
kamers), moeten de klimaatcurven zowel voor
verwarming als koeling exact juist worden ingesteld
6. Klemmenblok
7. Watertemperatuursensor - LWT
8. Expansievat
9. Stromingsschakelaar
10. Veiligheidsklep
11. Elektrische verwarmer (niet voor modellen 80AW----M0)
12. Buffertank (10 l)
13. Warmtewisselaar met gesoldeerde plaat
14. Watertemperatuursensor - TWB
15. Ontluchtingsklep
16. Koelmiddelsensor - TC
17. Aftapkraan