12. Inspectieplan
• Door beschadigde, foute of niet functionerende ladderele-
menten bestaat voor de gebruiker valgevaar; ook bestaat het
gevaar dat de ladder omvalt.
• Gebruikers van de ladder kunnen bij een val ernstige letsels
oplopen.
• Ook kunnen voorwerpen bij een val van de ladder worden
beschadigd.
• Bij commercieel gebruik van de ladder is een regelmatige, peri-
odieke controle door een hiertoe bevoegde en gekwalificeerde
persoon noodzakelijk (visuele- en functie-inspectie conform de
ARBO-voorschriften).
• De ondernemer moet ervoor zorgen dat ladders regelmatig op
correcte toestand worden gecontroleerd (visuele en functiecon-
trole). Daartoe dienen de aard, de omvang en de tijdstippen van
de noodzakelijke inspecties te worden vastgelegd.
• De intervallen voor de inspectie richten zich naar de bedrijfs-
omstandigheden, in het bijzonder naar de gebruiksfrequentie,
de gebruiksintensiteit en het voorkomen en de ernst van
vastgestelde gebreken bij voorafgaande inspecties.
• De exploitant dient erop tevens op toe te zien, dat ladders met
gebreken buiten gebruik worden gesteld en zodanig worden op-
geslagen dat verder gebruik tot aan hun deugdelijke reparatie
of verwijdering niet langer mogelijk is.
Bij de periodieke inspectie van de ladders dienen de
inspectiepunten 1. - 7. in acht te worden genomen.
Indien één van de gecontroleerde punten geeen bevredigend
resultaat oplevert, dient de ladder niet te worden gebruikt.
Overzicht van de inspectiepunten (illustratie) zie Pagina 5.
- 102 -