6.
Plaats de hiel van de afstelplaat in de groef van de
cilinder.
7.
Plaats de cilinderdekplaat op de aanzetplaat en
bevestig ze losjes op de cilinder met behulp van de
drie bouten. Schuif het minischaafmessen in de ruimte
tussen de cilinder en de aanzetplaat. Zorg ervoor dat de
positioneerlippen van het schaafmes op de aanzetplaat
in de groef van het minischaafmes vallen.
► Fig.9: 1. Minischaafmes 2. Groef 3. Aanzetplaat
4. Bouten 5. Cilinderdekplaat 6. Cilinder
7. Afstelplaat
Voor de juiste afstelling van het schaafmes
Uw schaafwerk zal ruw en ongelijkmatig worden als het schaafmes niet goed en stevig is aangebracht. Het
schaafmes moet worden bevestigd zodat de snijrand absoluut recht is, dat wil zeggen: parallel aan de rand van de
achterzool.
Raadpleeg de onderstaande voorbeelden van juiste en onjuiste afstellingen.
(A) Voorzool (beweegbare schoen)
(B) Achterzool (vaste schoen)
Juiste afstelling
Inkepingen in het
oppervlak
Uithollen aan het begin
Uithollen aan het einde
Een stofzuiger aansluiten
Alleen voor Europese landen
► Fig.10
Wanneer u tijdens het schaven schoon wilt werken, sluit
u een Makita-stofzuiger aan op uw gereedschap. Sluit
vervolgens de stofzuigerslang aan op het mondstuk,
zoals aangegeven in de afbeelding.
BEDIENING
Houd het gereedschap stevig vast met één hand op de
knop en de andere hand aan de schakelaarhandgreep
tijdens het gebruik van het gereedschap.
8.
Stel de positie van het minischaafmes in de leng-
terichting af zodat de uiteinden van het minischaafmes
zichtbaar zijn en dezelfde afstand hebben tot de behui-
zing aan één kant en de metalen steun aan de andere
kant.
9.
Draai de drie bouten vast met de bijgeleverde
dopsleutel en draai de cilinder rond om de speling te
controleren tussen de uiteinden van het minischaafmes
en de behuizing van het gereedschap.
10. Controleer tenslotte of de drie bouten stevig zijn
aangedraaid.
11. Herhaal de bovenstaande procedure voor het
andere schaafmes.
(A)
(B)
(A)
(B)
(A)
(B)
Gebruik als schaaf
► Fig.11: 1. Begin 2. Einde
Plaats de voorzool van het gereedschap plat op het
oppervlak van het werkstuk zonder dat de schaafmes-
sen het werkstuk raken. Schakel het gereedschap in
en wacht totdat de schaafmessen op volle snelheid
draaien. Beweeg het gereedschap vervolgens met
een gelijkmatige snelheid naar voren. Oefen aan het
begin van het schaven druk uit op de voorkant van het
gereedschap en aan het einde van het schaven op de
achterkant van het gereedschap.
De voortgangssnelheid en schaafdiepte bepalen het
eindresultaat. Om een goede afwerking te verkrijgen,
schaaft u diep tot vlakbij de gewenste diepte, en schaaft
u vervolgens dun en langzaam in de laatste werkgang.
28 NEDERLANDS
Ondanks dat het niet zichtbaar
is op dit zijaanzicht, lopen de
randen van de schaafmessen
perfect parallel aan de rand van
de achterzool.
Oorzaak: Een of beide
schaafmessen loopt niet
parallel aan de rand van
de achterzool.
Oorzaak: Een of beide
schaafmessen steekt niet
ver genoeg uit ten
opzichte van de rand van
de achterzool.
Oorzaak: Een of beide
schaafmessen steekt te
ver uit ten opzichte van de
rand van de achterzool.