• Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar
liggen. Meng lepels met ander bestek.
• Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken
• Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat
de voorwerpen niet verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraai-
en voordat u een programma start.
Vaatwasmiddel gebruiken
Let op! Gebruik alleen wasmiddel voor
afwasautomaten.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid vaat-
wasmiddel. Zie de instructies van de vaatwasmid-
delfabrikant.
1
A
3
Doe de vaatwastablet in
het doseerbakje (A) .
8
2
A
B
Als het programma over
een voorspoelfase be-
schikt, plaats dan een klei-
ne dosis afwasmiddel in
doseerbakje (B).
Vaatwastabletten lossen niet helemaal op bij korte
programma's en er blijven resten van het vaatwas-
middel achter op het servies.
Wij raden aan dat u vaatwastabletten gebruikt bij lange
programma's.
Gecombineerde vaatwastabletten
Deze tabletten bevatten vaatwasmiddel, glansmiddel en
andere middelen. Zorg ervoor dat deze tabletten geschikt
zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de in-
structies op de verpakking van de producten.
Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten,
is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glans-
middel te vullen.
1. Stel de waterontharder op het laagste niveau in.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste
stand.
Voer deze stappen uit als u stopt met het gebruik van
alles-in-1 tabletten voordat u afwastabletten, spoelmiddel
en vaatwaszout apart gaat gebruiken:
1. Draai de programmaschakelaar totdat de programma-
aanwijzer overeenkomt met het kortste programma
met een spoelfase.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Zorg ervoor dat het zoutreservoir en het glansmiddel-
doseerbakje gevuld zijn.
4. Start het ingestelde programma, zonder afwastablet
en zonder vaat.
5. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw
omgeving.
6. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
4