Spirit
®
Inleiding
Het vloeibare zuurstofsysteem bestaat uit een
stationair apparaat en de Spirit
zuurstof verstrekt zoals voorgeschreven door uw
arts. Deze gebruikershandleiding bevat de instructies
voor het gebruik van de Spirit. Raadpleeg de
gebruikershandleiding die bij het stationaire apparaat is
geleverd voor informatie over de werking ervan.
Het draagbare systeem van Spirit is een ambulante
zuurstofbron die u gedurende een langere periode kunt
gebruiken. U vult de Spirit vanuit een stationair apparaat
met vloeibare zuurstof. De compacte, lichtgewicht Spirit
werd ontwikkeld om de bewegingsvrijheid te vergroten
en het gemak te verbeteren van de doorsnee gebruiker
van aanvullende zuurstof.
OPMERKING: de dienstverlener zal u helpen met het
instellen van het apparaat en zal u instructies geven
voor een juiste omgang met en een juist gebruik van
het apparaat.
De draagbare systemen van Spirit zijn bedoeld voor het
toedienen van aanvullende zuurstof aan patiënten in de
woning van de eindgebruiker. Ze kunnen tevens worden
gebruikt in instellingen, zoals verzorgingstehuizen of
subacute verzorgingsinstellingen. De apparatuur is niet
bedoeld ter ondersteuning of instandhouding van de
levensfuncties en biedt ook geen voorzieningen voor
het bewaken van patiënten. Het apparaat is niet bedoeld
voor gebruik door tracheotomie-patiënten. Het wordt
aanbevolen over een alternatieve bron van aanvullende
zuurstof te beschikken in geval van een mechanische
storing. Deze draagbare apparaten beschikken tevens
over een snellosklep die aan een apparaat met een
vloeibaar zuurstofreservoir gekoppeld kan worden om
het draagbare systeem te vullen.
Het apparaat wordt gebruikt bij COPD-patiënten of
patiënten met een verminderde ademhalingsfunctie.
Het apparaat wordt aan de patiënt voorgeschreven.
Het apparaat wordt verkocht aan een zorgverlener die
is opgeleid om de draagbare systemen van Spirit te
gebruiken en te onderhouden. De zorgverlener traint de
gebruiker.
Spirit 600
108 - DUT Onderdeelnr. MN235-C4 B | Gebruikershandleiding
, welke aanvullende
®
Bedieningselementen
1. Vloeistofpeil
2. Debietregelaar
3. Zuurstofuitlaatverbinding
4. Vulaansluitingen
(zie volgende pagina voor identificatie
van de snellosklep)
5. Ontluchtingsklep
6. (2) C-batterijen (in de behuizing)
3
6
5
2
1
4