nl
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd.
Glasplateaus eruit halen
Afb. $
De glasplateaus optillen, naar voren
trekken, laten zakken en zijdelings eruit
zwenken.
Dooiwatergoot
Afb. %
De dooiwatergoot en het afvoergat
regelmatig reinigen met wattenstaafjes
o.i.d., zodat het dooiwater goed kan
weglopen.
Legplateaus uit de deur nemen
Afb. &
Legplateaus optillen en verwijderen.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed
■
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Een nisdiepte van 560 mm
■
aanhouden.
Een kleinere nisdiepte leidt tot een
hoger energieverbruik.
Warme gerechten en dranken eerst
■
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte
■
leggen om ze te ontdooien en de kou
van de diepvrieswaren gebruiken om
andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort
■
mogelijk openen.
48
Om een verhoogd stroomverbruik te
■
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
De ordening van de uitrustingsdelen
■
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
De inbouwnis met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes van de nis of leg er
iets onder.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.