2.1
Veiligheid
Het apparaat bevat een elektronische inrichting met inverter. Het gebruik is uitsluitend toegestaan als de elektrische installatie
is aangelegd met de veiligheidsmaatregelen volgens de normen die van kracht zijn in het land waar het product geïnstalleerd is
(voor Italië CEI 64/2). Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke,
sensoriële en mentale vermogens of die onvoldoende ervaring of kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik van het
apparaat onder toezicht staan van, of geïnstrueerd worden door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Op kinderen
moet toezicht gehouden worden om er zeker van te zijn dat zij niet met het apparaat spelen.
2.2
Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede werking van de machine of eventuele schade die hierdoor wordt veroorzaakt,
indien zij onklaar gemaakt of gewijzigd wordt en/of als zij gebruikt wordt buiten het aanbevolen werkveld of in strijd met andere
voorschriften die in deze handleiding worden gegeven.
2.3
Bijzondere aanwijzingen
Alvorens ingrepen te verrichten op het elektrische of mechanische gedeelte van de installatie, moet altijd eerst
de netspanning worden uitgeschakeld. Wacht minstens 15 minuten nadat het apparaat is afgekoppeld van de
spanning, alvorens het apparaat zelf te openen. De condensator van het tussencircuit blijft ook na de
uitschakeling van de netspanning belast met gevaarlijke hoogspanning.
Alleen stevig bedrade netaansluitingen zijn toegestaan. Het apparaat moet worden geaard (IEC 536
klasse 1, NEC en andere toepasselijke normen).
Netklemmen en motorklemmen kunnen ook bij stilstaande motor gevaarlijke spanning bevatten.
3.
TOEPASSINGEN
De inverter van de serie MCE/C is een inrichting die ontwikkeld is voor het beheer van circulatiepompen waarmee een geïntegreerde
drukverschilregeling (opvoerhoogte) mogelijk is, zodat de prestaties van de circulatiepomp kunnen worden aangepast aan de
effectieve vraag van de installatie. Dit heeft als voordeel aanzienlijke energiebesparingen, een betere bestuurbaarheid van de
installatie en minder lawaai. De MCE-150/C inverter is ontwikkeld om direct te worden ondergebracht op het motorlichaam van de pomp.
4.
TECHNISCHE GEGEVENS
Voeding van de
inverter
Uitgang van de
inverter
Mechanische
kenmerken
Installatie
Hydraulische
kenmerken voor
regeling en werking
Sensoren
Functie en
beschermingen
Temperaturen
Tabel 1: Technische gegevens
Spanning [VAC] (Tol. +10/-20%)
Fasen
Frequentie [Hz]
Max. stroom [A]
Lekstroom naar aarde [mA]
Spanning [VAC] (Tol. +10/-20%)
Fasen
Frequentie [Hz]
Max. stroom [A rms]
Mechanisch vermogen P2
Gewicht van de eenheid [kg]
(alleen de besturingseenheid, zonder
verpakking)
Max. afmetingen [mm]
(LxHxD)
Werkpositie
Beschermingsklasse IP
Max. omgevingstemperatuur [°C]
Regelbereik drukverschil
Type druksensoren
Schaalomvang
drukverschilsensoren
[bar]
Connectiviteit
Beveiligingen
Opslagtemperatuur [ºC]
NEDERLANDS
MCE-150/C
380-480
50/60
42,0-33,5
0 - V voed.
0-200
32,0
20 PK / 15 kW
op het motorlichaam van de pomp gemonteerd
Meervoudige inverteraansluiting
Automatisch beveiligd tegen overstroom
Te hoge temperatuur van de interne elektronica
Abnormale voedingsspanningen
Directe kortsluiting tussen de uitgangsfasen
66
MCE-110/C
3
< 10
3
15 PK / 11 Kw
12
340x430x250
55
40
1 – 95% schaalomvang druksensor
Ratiometrisch
4/10
-10 ÷ 40
380-480
3
50/60
32,5-26,0
0 - V voed.
3
0-200
24,0