3. Montage
3.1. Voorlichtassemblage
De voorlichten van de scooter zijn standaard geïnstalleerd in de positie die
wordt getoond in de tekening.
Om de koplampen in de juiste positie te installeren, draait u eerst
de schroeven 6 los en verwijdert u ze. Gebruik vervolgens 4 M6 * 16
zeskantschroeven en 4 borgflensmoeren om de lichtbeugel vast te zetten
en monteer de koplampen op de beugel zoals hieronder getoond.
Opmerking: sommige delen van de koplamp hebben geen nut en moeten
worden verwijderd. Verwijder de onderdelen uit de volgende tekening:
3.2. Montage van de kentekenplaathouder met licht
Om de kentekenplaathouder te installeren, voegt u een bus toe en vervangt
u beide schroeven.
Vervang de schroeven gemarkeerd met 7 en 8 door 2 zeskantschroeven M6
* 30. Verbind vervolgens de kabel van de kentekenplaathouder met de kabel
van de scooterzadelpen.
3.3. Achteruitkijkspiegel
Om de spiegels te installeren, plaatst u ze eenvoudig in
de gaten in het stuur en draait u ze stevig vast. Eenmaal
geschroefd, bedek de onderkant met de ring.
3.4. Snelheidsmeter montage
Om de snelheidsmeter te installeren, monteert u eerst de
snelheidsmeterhouder op het stuur. Schroef hiervoor 2 M6 * 10
zeskantschroeven in de gaten met schroefdraad aan de achterkant
van het stuur zoals getoond in de volgende afbeelding.
Gebruik vervolgens 2 zeskantige M4 * 10-schroeven om de
snelheidsmeter aan de beugel te bevestigen.
104
Sluit ten slotte de kabel van de snelheidsmeter aan op de
mastkabel van de scooter.
5. WERKING
DE BATTERIJ OPLADEN
OPMERKING: zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is.
1.
Open het klepje van de oplaadpoort (1) dat zich aan de rechterkant van het voertuig
bevindt en steek de drie-pins aansluiting van de adapter in de oplaadpoort.
2.
Stop de stekker aan het andere uiteinde van de voedingskabel in een stopcontact. Het
indicatielampje zal rood oplichten tijdens het opladen en zal groen worden als de batterij
volledig opgeladen is.
1
OPMERKING:
•
Het apparaat is opgeladen als het wordt geleverd. Echter, het wordt aangeraden om het
apparaat op te laden voor 6 tot 8 uur alvorens het voor de eerste keer te gebruiken.
•
Het wordt ook aangeraden om het apparaat op te laden na elk gebruik en voordat u het
apparaat opbergt.
•
Laat de batterij niet volledig leeglopen om te vermijden dat de batterij beschadigd raakt.
INSCHAKELEN
•
Steek de sleutel in het contact en draai hem
kloksgewijs om het voertuig in te schakelen.
105