• Zet bij gebruik van een statief de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar
op ON om het effect van cameratrillingen te verminderen. Het wordt door
Nikon aanbevolen de schakelaar op ON te zetten wanneer de camera
gebruikt wordt op een niet vastgezet statiefhoofd of met een eenpoot. Bij
uiterst kleine cameratrillingen kan de vibratiereductiefunctie het effect van
de cameratrillingen versterken door de werking van het systeem. In dat geval
moet u de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar op OFF zetten.
• Vibratiereductie functioneert niet wanneer de AF-ON-knop op de camera of
een scherpstelknop op het objectief wordt ingedrukt.
■ Scherptediepte
Scherptediepte-
aanduidingen
• Dit objectief is uitgerust met een intern scherpstelsysteem (IF). Naarmate de
opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af.
• De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp
en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn
te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap
kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp
lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig.
• Zie pagina 226 voor meer informatie.
De diafragma instellen
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen.
Gebruik van een ingebouwde draaibare
statiefbevestigingsring
Bij gebruik van een statief moet dit aan de statiefkraag van het objectief
worden bevestigd in plaats van aan de camera.
• Wanneer de camera bij de handgreep wordt vastgehouden en de camera met
het objectief in de statiefkraag gedraaid wordt, is het mogelijk dat uw hand
tegen het statief stoot, afhankelijk van het statief dat gebruikt wordt.
• Het statief kan losgemaakt worden door de borgschroef voor de statiefkraag
te verwijderen. Neem voor nadere informatie over deze procedure contact op
met uw dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.
Veranderen van de camerapositie
De scherptediepte kan bij benadering
worden bepaald met behulp van de
scherptediepte-aanduidingen. Indien uw
camera beschikt over een voorbeeldknop
Afstandsindexlijn
of –hendel (stop-beneden), kunt u de
scherptediepte zien door de zoeker van de
camera.
Draai de bevestigingsschroef voor statiefkraagring
los (1). Draai afhankelijk van de camerapositie
(verticaal of horizontaal) het objectief naar een
geschikte aanduiding voor de draaipositie van
objectief (2) en draai de schroef vast (3).
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
109