2. Houd het zaagblad ongeveer 20 cm/8 inch boven
een oppervlak in een lichte kleur.
3. Als de kettingsmering correct is, ziet u na 1 minuut
een duidelijke olielijn op het oppervlak.
4. Indien de kettingsmering niet correct werkt,
controleer dan het zaagblad. Zie
controleren op pagina 361 voor instructies. Neem
contact op met uw servicedealer als de
onderhoudsstappen niet helpen.
Het spur-aandrijftandwiel controleren
Op de koppelingstrommel is een spur-aandrijftandwiel
gelast.
•
Voer regelmatig een visuele controle uit van de mate
van slijtage van het spur-aandrijftandwiel. Vervang
de koppelingstrommel met het spur-aandrijftandwiel
bij overmatige slijtage.
Het naaldlager smeren
1. Trek de terugslagbeveiliging naar achteren om de
kettingrem uit te schakelen.
2. Draai de zaagbladmoeren los en verwijder het
koppelingsdeksel.
Let op: Sommige modellen hebben slechts één
zaagbladmoer.
3. Plaats het product op een stabiele ondergrond met
de koppelingstrommel naar boven gericht.
360
De geleider
4. Verwijder de koppelingstrommel en smeer het
naaldlager met een smeerpistool. Gebruik motorolie
of hoogwaardig lagervet.
Snijuitrusting controleren
1. Controleer op scheurtjes in klinknagels en schakels
en op losse schakels. Vervang indien nodig.
2. Controleer of de zaagketting eenvoudig te buigen is.
Vervang de zaagketting wanneer deze onbuigzaam
is.
3. Vergelijk de zaagketting met een nieuwe om te
bepalen of de klinknagels en schakels versleten zijn.
4. Vervang de zaagketting wanneer het langste deel
van de zaagtand kleiner dan 4 mm/0,16 inch is.
Vervang de zaagketting ook als er scheurtjes in de
zaagtanden zitten.
732 - 016 -