6
Druk op de
-knop zodra de opgegeven hoeveel-
BS3 RETURN
heid koelmiddel is bijgevuld. De werking stopt.
De werking stopt automatisch na 30 minuten.
Herhaal stap 5 als het koelmiddel niet binnen 30 minuten is
bijgevuld.
Als de unit onmiddellijk na het herstarten stilvalt, kan dit
betekenen dat het systeem overvuld is.
Dit is de maximale hoeveelheid koelmiddel waarmee u het
systeem kunt vullen.
7
Draai klep A dicht nadat u de koelmiddelvulslang hebt
verwijderd.
11. W
ERK AAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING
Een erkend elektricien moet instaan voor de volledige
bedrading.
Alle lokaal geleverde onderdelen en elektrische
constructies moeten voldoen aan de van toepassing
zijnde plaatselijke en landelijke voorschriften.
Informatie voor personen die instaan voor de
elektrische bedrading:
Gebruik de unit niet alvorens de koelmiddelleidingen com-
pleet zijn. (Wanneer u de unit gebruikt voor de leidingen
klaar zijn, kan de compressor beschadigd worden.)
11.1. Interne bedrading – Tabel met onderdelen
A1P........................ Printplaat (hoofd)
A2P........................ Printplaat (inverter)
A3P........................ Printplaat (ontstoringsfilter)
A4P........................ Printplaat (C/H-kiezer)
BS1~BS5 ............... Drukknopschakelaar
terugkeren, controle, terugstellen)
C1~C4 ................... Condensator
DS1........................ DIP-schakelaar
E1HC ..................... Carterverwarming
F1U, F4U ............... Zekering (T 6,3 A/250 V)
F6U........................ Zekering (T 5,0 A/250 V)
FINTH .................... Thermistor (lamel)
H1P~H8P .............. Lichtgevende diode (servicemonitor oranje)
Voorbereiding, test: knippert
H2P........................ Storingsdetectie: brandt
HAP ....................... Lichtgevende diode (servicemonitor groen)
HBP ....................... Signaallampje inverter
K1M ....................... Magnetische contactgever (M1C)
K1R........................ Magneetrelais (Y1S)
K2R........................ Magneetrelais (Y2S)
K3R........................ Magneetrelais (Y3S)
K4R........................ Magneetrelais (E1HC)
K5R........................ Magneetrelais
L1R ........................ Reactievat
M1C ....................... Motor (compressor)
M1F ....................... Motor (ventilator) (bovenste)
M2F ....................... Motor (ventilator) (onderste)
PS.......................... Schakelvoeding
Q1DI ...................... Lokaal te voorziene aardlekschakelaar (300 mA)
R1 .......................... Weerstand (stroombegrenzing)
U-4~6ML4DPQ
Urban Multi airconditioner
4PW29037-1
R2 .......................... Weerstand (stroomsensor)
R1T ........................ Thermistor (lucht)
R2T ........................ Thermistor (afvoer)
R3T ........................ Thermistor (aanzuiging 1)
R4T ........................ Thermistor (warmtewisselaar)
R5T ........................ Thermistor (aanzuiging 2)
R6T ........................ Thermistor (onderkoeling warmtewisselaar)
R7T ........................ Thermistor (vloeistofleiding)
S1NPH ................... Druksensor (hoog)
S1NPL.................... Druksensor (laag)
S1PH...................... Drukschakelaar (hoog)
V1R ........................ Voedingsmodule
V2R, V3R ............... Diodemodule
V1T ........................ IGBT (Bipolaire transistor met geïsoleerde poort)
X1M........................ Klemmenstrip (voeding)
X1M........................ Klemmenstrook (C/H-kiezer) (A4P)
X2M........................ Klemmenstrook (besturing)
Y1E ........................ Elektronische expansieklep (hoofd)
Y3E ........................ Elektronische expansieklep (onderkoeling)
Y1S ........................ Solenoïdeventiel (4-wegsklep)
Y2S ........................ Solenoïdeventiel (warm gas)
Y3S ........................ Solenoïdeventiel (ontlaadcircuit)
Z1C~Z7C ............... Ontstoringsfilter (ferrietkern)
Z1F~Z4F ................ Ontstoringsfilter
Keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen
S1S ........................ Keuzeschakelaar (ventilator/koelen –
S2S ........................ Keuzeschakelaar (koelen – verwarmen)
(werking,
instelling,
Aansluitstekker van optie-adapter
X37A ...................... Aansluitstekker (optie-adapter voeding)
11.2. Voorzorgsmaatregelen bij werk aan de
verwarmen)
elektrische bedrading
Alle voedingscircuits moeten zijn onderbroken voordat u aan de
klemmen begint te werken.
Werk alleen met koperdraad.
De bedrading tussen de binnen- en de buitenunit moet voorzien
zijn voor 230 V.
Schakel de hoofdschakelaar niet in alvorens de bedrading is
voltooid.
Zorg dat de contactverbreking van alle polen van de
hoofdschakelaar minstens 3 mm bedraagt.
Gebundelde kabels nooit in een unit persen.
Bevestig de kabels zo, dat ze de leidingen niet aanraken (met
name aan de hogedrukkant).
Bevestig de elektrische bedrading met klemmateriaal zoals
aangegeven in afbeelding 9 zodat de bedrading niet in contact
komt met de leidingen, vooral aan de hogedrukzijde.
Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de
klemaansluitingen.
Let er bij de installatie van de aardlekschakelaar op dat hij com-
patibel is met de inverter (bestand tegen elektrische ruis met
hoge
frequenties)
om
ongewenst
aardlekschakelaar te voorkomen.
activeren
van
de
Montagehandleiding
14