5. Installatie van Draineerbuizen
Fig. 5-4
Fig. 5-5
6. De binnenunit in een wand inbouwen
Fig. 6-1
SW3
ON
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Fig. 6-2
30
• Voer de afvoerslang helemaal in tot aan de onderkant van het afvoerreservoir.
(Fig. 5-4)
Let erop dat de afvoerslang stevig klemt in het uitsteeksel in het gat van het af-
voerreservoir.
• Leid de afvoerslang diagonaal onder de verbindingspijpen door. (Fig. 5-5)
Tape voor de pijpen
A
Koelpijpen
B
Afvoerslang
C
• Let erop dat de afvoerslang niet omhoog loopt en dat de slang geen golvingen
vertoont.
• Trek niet aan de afvoerslang, en doe er vervolgens tape omheen.
• Leid de pijpen zo dat deze niet voorbij de achterkant van de binnenunit uitsteken.
(Zie de afbeelding links.)
Pijpen naar buiten gebogen
D
Drukken
E
6.1. De binnenunit in een wand inbouwen (Fig. 6-1)
• Aan linker-, rechter- en bovenzijde van de binnenunit dient ruimte voor onderhoud
te zijn (100 mm of meer).
• Aan de rechterzijde van de binnenunit is een opening voor de kamertemperatuur-
sensor; sluit dit gedeelte echter niet af.
• Breng een rooster aan met smalle bovenste en onderste horizontale randen,
zodat de luchtstroom van de bovenste en onderste uitlaten niet door de randen
wordt tegengehouden. Als de horizontale randen de onderste luchtuitlaat zouden
blokkeren, stelt u de hoogte van de binnenunit met een standaard of iets derge-
lijks af. Indien de bovenste of onderste luchtuitlaat zouden worden geblokkeerd,
zou de airconditioner de ruimte niet goed kunnen koelen of verwarmen.
• Gebruik een rooster met verticale randen en dergelijke, waarbij minimaal een
open gedeelte van 75% in stand wordt gehouden. Indien het rooster horizontale
randen heeft of als het open gedeelte minder dan 75% bedraagt, zou de effectivi-
teit van de unit terug kunnen lopen.
• Indien de binnenunit in een wand is ingebouwd, zal de tijd nodig om de ingestelde
temperatuur van de ruimte te bereiken, groter worden.
100 mm of meer
A
Bovenste luchtuitlaat
B
Onderste luchtuitlaat
C
Rooster
D
100 mm of meer
E
Binnenunit
F
35 mm of meer
G
6.2. Instelling van de ingebouwde binnenunit (moet
worden uitgevoerd) (Fig. 6-2)
• Bij het inbouwen van de binnenunit in een wand, dient de beweging van de hori-
zontale klep voor de bovenste luchtuitlaat zodanig te worden beperkt, dat deze
alleen nog horizontaal werkt.
• Indien deze instelling niet wordt uitgevoerd, zal er zich in de wand warmte ontwik-
kelen en zal de ruimte niet op correcte wijze worden gekoeld of verwarmd.
• Verwijder de afdekking voor elektrische delen en neem de besturingsplaat uit.
• Zet DIP-schakelaars 3-5 en 3-6 van de besturingsplaat op ON (aan).
• Zet na het instellen van de schakelaars de besturingsplaat terug op zijn plaats en
breng de afdekking voor elektrische delen weer aan.
Voorzichtig:
Voorkom dat statische elektriciteit de besturingsplaat beschadigt, door de
plaat statisch te ontladen voordat u hem aanpakt.