Indien u een oude bougie opnieuw gebruikt, maak
dan een 1/8 tot 1/4 draai voor voldoende druk op de
sluitring.
OPMERKING: Een bougie die onvoldoende is
vastgemaakt zal heel warm worden en kan de motor
beschadigen.
8. Herbevestig de bougiekap.
WIELAANDRIJVING AANHOUDEN
Zie afbeelding 15.
Om ervoor te zorgen dat de wielen vlot draaien, moet het
wielstel voor het opbergen worden gereinigd.
1. Verwijder de moer en het wiel en leg ze aan de kant.
2. Verwijder het stofdeksel, e-ring, sluitring, pinnen en
wielstel. Reinig al het vuil van deze voorwerpen en het
einde van de aandrijfas met een droge doek. Indien
nodig kan alcohol worden gebruikt om hardnekkig vuil
te verwijderen.
WAARSCHUWING
Smeer geen enkel onderdeel van de wielen. Smering
kan ervoor zorgen dat de wielcomponenten defect
worden tijdens gebruik, wat kan leiden tot schade aan de
grasmaaier en/of ernstige verwondingen bij de bediener.
3. Herbevestig het wielstel met de pijlen tegenover de
voorkant van de grasmaaier. Herbevestig de pinnen,
sluitring, e-ring en stofdeksel.
4. Herbevestig het wiel en de moer. Span aan om vast
te maken.
PRODUCT OPBERGEN
Wanneer u de grasmaaier 30 dagen of langer opbergt:
■
Indien u een brandstofstabilisator gebruikt, volgt u
de richtlijnen van de fabrikant van de stabilisator om
stabilisator aan de brandstof in de tank toe te voegen.
Laat de motor tenminste 10 minuten draaien nadat u
stabilisator heeft toegevoegd om ervoor te zorgen dat
de stabilisator de carburator bereikt.
WAARSCHUWING
Berg de grasmaaier niet op met benzine in de tank in
een gebouw waar de gassen een open vlam of vonk
kunnen bereiken.
■
Indien u geen brandstofstabilisator gebruikt, laat de
motor dan draaien tot de grasmaaier volledig zonder
benzine valt.
■
Eens de motor is gestopt, laat dan de snijbladen volledig
tot stilstand komen en ontkoppel de bougiekabel.
■
Zet de brandstofklep in de gesloten positie.
■
Kantel de grasmaaier op de zijkant (met carburator naar
boven) en reinig grasafval dat zich aan de onderkant
van de grasmaaierbehuizing heeft opgehoopt.
48
■
Reinig de onderkant van het maaidek.
■
Reinig de grasmaaier met een droge doek.
■
Controleer of alle moeren, bouten, schroeven, binders,
enz. stevig zijn vastgemaakt.
■
Controleer de bewegende delen op schade, breuk
en slijtage. Laat beschadigde of ontbrekende delen
herstellen.
■
Berg de grasmaaier op in een goed geventileerde
ruimte die proper en droog is en buiten het bereid van
kinderen.
■
Bewaar de grasmaaier niet nabij corrosieve producten,
zoals meststof of mijnzout.
Om het handvat te verlagen voor het opbergen:
■
Maak geleidingsknop van het trekstartkoord los.
Verwijder het trekstartkoord van de geleider en laat
deze in de motor terugtrekken.
■
Maak de handvatknoppen volledig los aan de zijkanten
van het handvat en plooi het bovenste handvat.
■
Schroef de onderste handvatvergrendelmoeren uit.
■
Plooi het handvat naar voor en zorg ervoor dat deze
niet buigt of de besturingskabels draait.
Nederlands