Het voorbeeld van de verklaring van overeenstemming be-
vindt zich op de voorlaatste pagina van de handleiding.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
OP DE KNOPPEN (indien aanwezig)
21. Traag
22. Snel
23. Starter
24. Stop motor
25. Aandrijving ingeschakeld
26. Rust
27. Motor starten
30. Aflaat achteraan
31. "Mulching" of zijdelingse aflaat
36. S ignaalinrichting inhoud opvangzak
omhoog (a) = leeg / omlaag (b) = vol
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Uw grasmaaier moet
voorzichtig gebruikt worden. Daarom zijn er op de machi-
ne pictogrammen aangebracht die u aan de belangrijkste
veiligheidsvoorschriften herinneren. Hun betekenis is hier-
onder weergegeven. Verder wordt u aanbevolen de veilig-
heidsvoorschriften in het speciale hoofdstuk daarover in dit
boekje zorgvuldig door te lezen.
Vervang de beschadigde of onleesbare stickers.
41. L et op: Lees de handleiding alvorens de machine te
gebruiken.
42. R isico wegschietende voorwerpen. Houd de personen
buiten de werkzone tijdens het gebruik.
43. G evaar voor snijwonden: Bewegende snij-inrichting.
Steek uw handen of voeten niet in de holte van de snij-
inrichting. Maak de dop van de bougie los en lees de
aanwijzingen vóór eender welke onderhoudswerk-
zaamheden of reparaties te verrichten.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
Voor de motor en de batterij (indien aanwezig) wordt
verwezen naar de relatieve handleidingen.
OPMERKING - De overeenkomst tussen de verwijzin-
gen in de tekst en de bijbehorende afbeeldingen (op
de pag. iii en daaropvolgende ) is gegeven door het
nummer dat voor iedere paragraaf staat.
1. DE MONTAGE VERVOLLEDIGEN
OPMERKING De machine kan mogelijk geleverd worden
met sommige onderdelen reeds gemonteerd.
LET OP!
De machine moet op een vlakke en so-
lide ondergrond uitgepakt en gemonteerd worden,
met voldoende bewegingsruimte voor de machine en
de verpakking, en steeds met gebruik van geschikte
werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijk geldende be-
palingen worden afgevoerd.
1.1 Montage van de steel
Herplaats de steel (1) op de werkpositie en bevestig hem
aan de zijdelingse steunen van het chassis, met behulp
van de meegeleverde bouten (2) zoals aangegeven in de
afbeelding.
De hoogte van de handgreep (1) is verstelbaar in drie ver-
schillende standen, die verkregen worden door de pin-
nen (3) in een van de drie paar openingen in de steunen
te voeren.
De ringen (4) van de handgrepen (5) moeten op dusdanige
manier vastgeschroefd worden dat de handgreep (1) sta-
biel bevestigd is, zonder dat een te groot kracht gebruikt
moet worden om ze te blokkeren of vrij te geven.
Draai de handgrepen (5) na de afstelling volledig vast.
Draai de moer (8) vast om de spiraal (7) te bevestigen.
• Modellen met handmatige start
• Modellen met elektrisch start met sleutel
Breng het starttouw (6) aan de geleidespiraal (7).
1.2 Montage van de opvangzak
Steek het frame (1) in het stoffen deel van de opvangzak (2)
en bevestig alle plastic profielen (3), met behulp van een
schroevendraaier, zoals aangegeven op de afbeelding.
1.3 Verbinding batterij
• Modellen met elektrisch start met sleutel
Verbind de kabel van de batterij aan de connector van de
algemene bekabeling van de grasmaaier.
• Modellen met elektrisch start met toets
Volg de aanwijzingen in de handleiding van de motor.
2. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S
OPMERKING De betekenis van de symbolen op de knop-
pen wordt verklaard op de volgende pagina's.
2.1 Versnellingsbediening
De gashendel wordt door middel van de hendel (1) be-
diend.
De standen van de hendel blijken uit het betreffend plaatje.
Voor enkele modellen is een motor zonder versnellings-
hendel voorzien.
2.2 Hendel rem motor/snij-inrichting
De rem van de snij-inrichting wordt bediend met de hendel
(1) die tegen de handgreep moet gehouden worden bij het
opstarten en tijdens de werking van de grasmaaier.
De motor stopt wanneer men de hendel loslaat.
2.3 Bedieningshendel aandrijving
Voor de modellen met aandrijving, wordt de grasmaaier
gestart met de bedieningshendel (1) tegen de handgreep
geduwd.
De grasmaaier stopt met rijden als de hendel losgelaten
wordt.
De motor moet steeds met uitgeschakelde aandrijving ge-
start worden.
2.4 Afstelling maaihoogte
Om de maaihoogte af te stellen, drukt men op de toets (1)
en heft men het chassis op of drukt men erop met de hand-
greep (2), tot aan de gewenste positie, die aangegeven is
met een numerieke schaal (3).
U MAG DIT ENKEL DOEN ALS DE SNIJ-INRICHTING
STIL STAAT.
OPMERKING Om mogelijke beschadiging van het gras-
veld te vermijden, mag de positie "1" enkel op perfect geni-
velleerde en compacte terreinen zonder onregelmatigheden
gebruikt worden.
4