● Accu uit het oplaadapparaat nemen en
in het accuvak plaatsen. (
8.5 Leds op de accu
Laadtoestand weergeven:
● Druk op knop (1). De leds
branden ongeveer 5 seconden lang
groen en geven de laadtoestand aan.
● Laad de accu als de rechter led groen
knippert. (
8.4)
LED-meldingen:
de LED´s kunnen groen of rood branden of
knipperen.
LED brandt groen.
LED knippert groen.
LED brandt rood.
LED knippert rood.
Groene LED´s melden normale werking,
rode LED´s een storing.
Bij het opladen:
de LED´s geven het oplaadniveau door
oplichten en knipperen aan.
Bij het opladen wordt de momenteel
bereikte capaciteit aangeduid door een
groen knipperende LED.
Na het opladen worden de LED´s
automatisch uitgeschakeld.
108
Storingen
8.3)
Er brandt een rode led
Bij het opladen:
De accu is te heet of te
koud om het opladen te
10
kunnen opstarten. Na het afkoelen of
opwarmen van de accu begint het opladen
automatisch.
Tijdens het werken:
De accu is te heet. Het
apparaat schakelt zichzelf
uit – neem de accu uit de grasmaaier en
laat deze enige tijd afkoelen.
Er knipperen vier rode leds
De accu is defect en moet
worden vervangen.
Er branden drie rode leds
De grasmaaier is te heet –
laat deze afkoelen.
Er knipperen drie rode leds
De grasmaaier is defect en
moet door de
vakhandelaar worden
geïnspecteerd. STIHL beveelt hiervoor de
STIHL vakhandelaar aan.
8.6 Led op het oplaadapparaat
De led (3) geeft de status van het
oplaadapparaat aan. Deze kan
groen branden of rood knipperen.
De led brandt groen en de leds
op de accu branden of
knipperen groen:
De accu wordt geladen.
De led knippert rood:
Er is geen elektrisch contact
tussen de accu en het
oplaadapparaat of er is sprake
van een storing in de accu of
het oplaadapparaat.
Als de led groen brandt en 1 led op de
accu rood brandt, is de accu te warm of te
koud.
● Storingen verhelpen. (
9. Bedieningselementen
9.1 Veiligheidsstekker
De grasmaaier kan alleen in bedrijf
worden genomen als de
veiligheidsstekker in de voet achter de
accuhouder zit.
Kans op letsel!
Vóór alle
werkzaamheden aan het
apparaat, met name vóór het
transport, onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden en vóór
de inspectie moet de
veiligheidsstekker eruit worden
getrokken. (
De deksel van het accuvak wordt
11
door twee magneten in gesloten
positie vastgezet.
● Open de deksel van het accuvak (1) en
houd deze in geopende stand vast.
20.)
12
4.)
0478 131 9940 B - NL