Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Kalibratie In Lucht - Hach Polymetron 9582sc Allgemeines Benutzerhandbuch

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
• PASS (geslaagd) - de sensor is gekalibreerd en de offset wordt weergegeven.
• FAIL (mislukt) - de kalibratie ligt buiten de toegestane limieten. Reinig de sensor en probeer
opnieuw met een verse referentieoplossing. Raadpleeg
meer informatie.
9. Druk op enter als de kalibratie is geslaagd om verder te gaan.
10. Wanneer optie operator ID in menu CAL OPTIONS (kalibratieopties) op Yes (ja) is ingesteld,
moet een gebruikers-ID ingevoerd worden. Raadpleeg
11. Selecteer in scherm NEW SENSOR (nieuwe sensor) of de sensor al dan niet nieuw is:
Optie
Beschrijving
YES (ja)
De sensor is niet eerder met deze controller gekalibreerd. De bedrijfsdagen en eerder gemaakte
kalibratiegrafieken voor de sensor worden gereset.
NO (nee) De sensor is eerder met deze controller gekalibreerd.
12. Plaats de sensor terug in het proces en druk op enter. Het uitgangssignaal keert terug naar de
actieve toestand en meetwaarde van het monster wordt weergegeven op het meetscherm.
Opmerking: Als de uitgangsmodus op hold (wachten) of transfer (verzenden) is ingesteld, selecteer dan de
vertragingstijd wanneer de uitgangssignalen weer actief worden.

Kalibratie in lucht

Kalibratie in lucht wordt aanbevolen voor de beste nauwkeurigheid en herhaalbaarheid.
1. Verwijder de sensor uit het proces.
2. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>CALIBRATE (sensorinstellingen /
kalibreren).
3. Als de toegangscode is ingeschakeld in menu security (beveiliging) voor de controller, voer dan
de toegangscode in.
4. Selecteer AIR CAL (luchtkalibratie) en druk op enter.
5. Selecteer de optie voor het uitgangssignaal tijdens de kalibratie:
Optie
ACTIVE (actief)
HOLD (wachten)
TRANSFER (overzetten) Tijdens kalibratie wordt een voorgedefinieerde uitgangswaarde verstuurd.
6. Meet met een precisiegecertificeerde barometer de atmosferische druk waar de analysator staat.
Gebruik de pijltoetsen om deze waarde in te voeren als deze verschilt van de weergegeven
waarde en druk op enter.
7. Bevochtig de watten in een kalibratiedop met een paar druppels water. Plaats de sensor verticaal
in de kalibratiedop met het membraan naar beneden. Draai de kalibratiedop aan en druk op
enter.
8. Wacht tot de waarde is gestabiliseerd en druk op enter.
9. Bekijk het kalibratieresultaat:
• PASS (geslaagd) - de sensor is gekalibreerd en de kalibratiefactor wordt weergegeven.
• FAIL (mislukt) - de kalibratie ligt buiten de toegestane limieten. Herhaal de kalibratie met verse
referentieoplossingen. Raadpleeg
10. Druk op enter als de kalibratie is geslaagd om verder te gaan.
11. Wanneer optie operator ID in menu CAL OPTIONS (kalibratieopties) op Yes (ja) is ingesteld,
moet een gebruikers-ID ingevoerd worden.
Beschrijving
Het instrument verzendt de actuele uitgangsmeetwaarde tijdens de
kalibratieprocedure.
De sensoruitgangswaarde wordt vastgezet op de huidig gemeten waarde tijdens
de kalibratieprocedure.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de controller om de vooraf ingestelde
waarde te wijzigen.
Foutenopsporing
Foutenopsporing
Kalibratieopties wijzigen
op pagina 164 voor meer informatie.
op pagina 164 voor
op pagina 161.
Nederlands 159

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis