MAXA 10500 W Benutzer Installationsanleitung Seite 101

7. LEIDINGEN EN AANSLUITINGEN
NE
Leiding Aandraaimoment
AANDRAAIMOMENTEN VOOR DE FLENSVERBINDINGEN
6,35 mm ( 1 / )
4 "
Leiding
9,52 mm ( / )
3
8 "
12,70 mm ( 1 / )
2 "
6,35 mm ( 1 / )
4 "
15.88 mm ( / )
5
8 "
9,52 mm ( / )
3
8 "
12,70 mm ( / )
1
2 "
15.88 mm ( / )
5
8 "
AANDRAAIMOMENTEN VOOR DE BESCHERMINGSDOPPEN
Aansluitstuk voor servicedoeleinden
Beschermingsdoppen
Aansluitstuk voor servicedoeleinden
Beschermingsdoppen
Lengte van de leidingen
Lengte van de leidingen
De maximale lengte voor de leidingen tussen de eenheden is 8 m. Indien
De maximale lengte voor de leidingen tussen de eenheden is 30m
men meer dan 5 m leiding heeft, moet men voor elke meter leiding een
(5300W), 50m (7100W) en 65m (10500W-17600W). Indienmen meer dan
bepaalde hoeveelheid koelmiddel toevoegen.
5m leiding heeft, moet men voor elke meter leiding eenbepaalde hoe-
In het geval dat men de externe eenheid hoger dan de interne eenheid moet
veelheid koelmiddel toevoegen. In het geval dat men de externe eenheid
hoger dan de interne eenheid moetinstalleren en het verticale hoogtever-
installeren en het verticale hoogteverschil meer is dan 3 m, moet men zwa-
schil meer is dan 3 m, moet men zwa-nehalzen in de retourleiding monte-
nehalzen in de retourleiding monteren, zodat de olie, die langs de leiding-
ren, zodat de olie, die langs de leiding-wanden naar beneden druipt, hierin
wanden naar beneden druipt, hierin kan worden opgezameld, tot deze zwa-
kan worden opgezameld, tot deze zwa-nehals vol is. De olie zal de zwa-
nehals vol is. De olie zal de zwanehals afsluiten en vervolgens door het gas
nehals afsluiten en vervolgens door het gasnaar boven worden geschoten.
naar boven worden geschoten.
Creëer een vacuum en controleer dat er geen lekken zijn
tor van de pomp en de manometer-unit die geschikt zijn voor R410A.
2.9 Creëer een vacuum en controleer dat er geen lekken zijn
De lucht wordt uit het circuit verwijderd met behulp van een vacuumpomp,
de adap-tor van de pomp en de manometer-unit die geschikt zijn voor
De lucht wordt uit het circuit verwijderd met behulp van een vacuumpomp, de adap-
gegeven door de olieniveau-controle.
R410A.Zorg ervoor dat de vacuumpomp met olie is gevuld tot aan het
tor van de pomp en de manometer-unit die geschikt zijn voor R410A.
niveau dat is aan-gegeven door de olieniveau-controle.Sluit de vacuum-
gecontroleerd dat de twee kranen op de externe eenheid dicht zijn. Zorg ervoor dat de vacuumpomp met olie is gevuld tot aan het niveau dat is aan-
pomp aan op het aansluitstuk voor servicedoeleinden, nadat u heeftgecon-
troleerd dat de twee kranen op de externe eenheid dicht zijn. gegeven door de olieniveau-controle.
1. schroef de doppen op de kranen van de twee- of driewegkleppen eraf
Sluit de vacuumpomp aan op het aansluitstuk voor servicedoeleinden, nadat u heeft
ventiel voor servicedoeleinden,
en op hetventiel voor servicedoeleinden,
gecontroleerd dat de twee kranen op de externe eenheid dicht zijn.
2. sluit de vacuumpomp aan op het serviceklepje op de driewegklep van
1. schroef de doppen op de kranen van de twee- of driewegkleppen eraf en op het
ne eenheid en op de adaptor van de vacuumpomp.
de exter-ne eenheid en op de adaptor van de vacuumpomp.
ventiel voor servicedoeleinden,
3. nadat u de betreffende kleppen van de pomp heeft geopend moet u
2. sluit de vacuumpomp aan op het serviceklepje op de driewegklep van de exter-
ten en een tijdje laten lopen. Laat het vacuum-maken ongeveer 20/25 minuten
deze star-ten en een tijdje laten lopen. Laat het vacuum-maken ongeveer
duren, ne eenheid en op de adaptor van de vacuumpomp.
20/25 minutenduren,
3. nadat u de betreffende kleppen van de pomp heeft geopend moet u deze star-
4. controleer dat de wijzer van de linker manometer naar –76 cm Hg is
ten en een tijdje laten lopen. Laat het vacuum-maken ongeveer 20/25 minuten
(vacuum van 4 mm Hg of minder),
verschoven(vacuum van 4 mm Hg of minder),
5. sluit de kranen van de pomp en schakel hem uit. Controleer dat de wij-
duren,
zer van demanometer voor ongeveer 5 minuten niet beweegt. Als de wijzer
4. controleer dat de wijzer van de linker manometer naar –76 cm Hg is verschoven
manometer voor ongeveer 5 minuten niet beweegt. Als de wijzer beweegt bete-
beweegt bete-kent het dat er ergens lucht naar binnen komt, u moet dan
(vacuum van 4 mm Hg of minder),
kent het dat er ergens lucht naar binnen komt, u moet dan controleren of alle
controleren of alleaansluitingen stevig genoeg zijn vastgedraaid en of de
5. sluit de kranen van de pomp en schakel hem uit. Controleer dat de wijzer van de
aansluitingen stevig genoeg zijn vastgedraaid en of de verbindingen van de bui-
verbindingen van de bui-zen op de juiste wijze zijn uitgevoerd; begin daar-
zen op de juiste wijze zijn uitgevoerd; begin daarna weer opnieuw vanaf punt 3, manometer voor ongeveer 5 minuten niet beweegt. Als de wijzer beweegt bete-
na weer opnieuw vanaf punt 3,
kent het dat er ergens lucht naar binnen komt, u moet dan controleren of alle
6. maak de vacuumpomp los,7.draai de kranen van de twee- en driewegk-
aansluitingen stevig genoeg zijn vastgedraaid en of de verbindingen van de bui-
leppen wijd open,
zen op de juiste wijze zijn uitgevoerd; begin daarna weer opnieuw vanaf punt 3,
8. schroef de dop op de service-toegang stevig vast,
6. maak de vacuumpomp los,
9. nadat u alle doppen heeft aangeschroefd moet u controleren of er geen
7. draai de kranen van de twee- en driewegkleppen wijd open, gasonder de doppen uit lekt.
onder de doppen uit lekt.
8. schroef de dop op de service-toegang stevig vast,
OPGELET
9. nadat u alle doppen heeft aangeschroefd moet u controleren of er geen gas
OPGELET
Bescherm altijd de verbindingskabels en leidingen, omdat beschadiginge-
onder de doppen uit lekt.
Bescherm altijd de verbindingskabels en leidingen, omdat beschadigingen
neen oorzaak kunnen zijn van gaslekken. (persoonlijk letsel door brand-
een oorzaak kunnen zijn van gaslekken. (persoonlijk letsel door brand-
wonden door afkoeling).
OPGELET
wonden door afkoeling).
Bescherm altijd de verbindingskabels en leidingen, omdat beschadigingen
een oorzaak kunnen zijn van gaslekken. (persoonlijk letsel door brand-
wonden door afkoeling).
Overeenkomende kracht
[Kg x cm]
(indien men een sleutel van 20 cm gebruikt)
150-200
Aandraaimoment
310-350
[Kg x cm]
350 - 450
150-200
750 - 800
310-350
350 - 450
750 - 800
Aandraaimoment (Kg x cm)
polskracht
Overeenkomende kracht
armkracht
(indien men een sleutel van 20 cm gebruikt)
armkracht
polskracht
armkracht
armkracht
armkracht
armkracht
70 - 90
Aandraaimoment (Kg x cm)
250 - 300
70 - 90
250 - 300
101
máx. 7 m.
máx. 7 m.
vacuumpomp
vacuumpomp
interne eenheid
gasklep
interne eenheid
gasklep
bescherming-
sdoppen
kraan
aansluitstuk voor
servicedoeleinden
kraan
aansluitstuk voor
servicedoeleinden
Aansluitstuk voor
servicedoeleinden
Aansluitstuk voor
servicedoeleinden
vloeistofkraan
kraan
vloeistofkraan
kraan
bescherming-
sdoppen
105
105