Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
NL
een overzicht hebt van de beschreven bedienings-
B
elementen en aansluitingen
1 Bedieningselementen en aansluitingen
1.1 Camera
1 Lens
2 Draadbus
3 6Schroefdraadmoffen (6,3 mm/
van de camerahouder
4 Aansluitingskabel naar voedingseenheid
1.2 Houder
5 Schroefdraadbout voor montage van de camera
6 Kartelmoer
7 Kogelgewricht
8 Stelschroef
1.3 Voedingseenheid
9 POWER-LED
10 POWER-schakelaar
11 Netsnoer voor aansluiting op 230 V~/50 Hz
12 Zekeringhouder;
vervang een gesmolten zekering uitsluitend door
een zekering van hetzelfde type
13 vier schuifregelaars voor videoniveauregeling
resp. voor de compensatie van niveauverliezen bij
gebruik van een lange verbindingskabel naar de
camera;
Instelling zie tabel op pagina 13
14 Video-uitgang voor aansluiting van de monitor
15 Jack voor aansluiting van de camera
(video-ingang en camera-uitgang voor de voe-
dingsspanning)
2 Veiligheidsvoorschriften
De apparaten (voedingseenheid en camera) zijn alle-
maal in overeenstemming met de EU-Richtlijnen en
dragen daarom het
WAARSCHUWING De netspanning (230 V~) waar-
Let bij ingebruikname in elk geval op het volgende:
De voedingseenheid is enkel geschikt voor gebruik
binnenshuis.
Vermijd warme en vochtige ruimten (toegelaten om-
gevingstemperatuurbereik -10 °C tot +50 °C) en be-
12
1
/
") voor montage
4
-kenmerk.
mee de voedingseenheid gevoed
wordt is levensgevaarlijk! Open
de eenheid niet, want door
onzorgvuldige ingrepen loopt u
het risico van een elektrische
schok.
scherm de voedingseenheid bovendien tegen druip-
en spatwater en hoge vochtigheid.
Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen zoals
drinkglazen, etc. op het apparaat.
De camerabehuizing is waterdicht conform IP 68,
d.w.z. maximale waterdiepte van 1 m en maximale
onderdompeltijd van 2 dagen.
De warmte die in de voedingseenheid ontstaat,
moet door ventilatie worden afgevoerd. Zorg er daa-
rom voor, dat de ventilatieopeningen aan de zijkan-
ten van de behuizing door geen enkel voorwerp wor-
den afgedekt.
Zorg ervoor dat u niets in de ventilatieopeningen
steekt of laat vallen. Er bestaat immers gevaar voor
elektrische schokken.
Schakel het toestel niet in en trek onmiddellijk de
stekker uit het stopcontact wanneer:
1. het toestel of het netsnoer zichtbaar beschadigd
is,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het
toestel bijvoorbeeld gevallen is,
3. het toestel slecht functioneert.
Het toestel moet in elk geval hersteld worden door
een gekwalificeerd vakman.
Een beschadigd netsnoer mag enkel door de fabri-
kant of door een gekwalificeerd persoon hersteld
worden.
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact.
Gebruik voor de reiniging geen agressieve deter-
genten of chemicaliën. Gebruik voor de reiniging
van de voedingseenheid uitsluitend een droge,
zachte doek.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, ver-
keerde aansluiting, foutieve bediening of van her-
stelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt
de garantie en de verantwoordelijkheid voor hieruit
resulterende materiële of lichamelijke schade.
Wanneer de toestellen definitief uit bedrijf ge-
nomen worden, bezorg ze dan voor milieu-
vriendelijke verwerking aan een plaatselijk
recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
De toestellen zijn speciaal ontworpen voor gebruik in
video-bewakingsinstallaties. De camera is uitgerust
met een automatische versterkingsregeling (AGC), een
automatische elektronische sluiter (
een tegenlichtcompensatie en een automatische wit-
balans (bereik 2400 K tot 11 000 K). Dankzij de een-
kabeltechniek is voor de verbinding tussen camera en
voedingseenheid enkel een coaxiale kabel vereist. Via
deze kabel wordt de voedingsspanning en het video-
signaal geleverd.
De camera is weerbestendig (IP 68) en kan ook
buiten gebruikt worden. De voedingseenheid mag
enkel binnen gebruikt worden.
1
1
/
–
/
s),
50
100 000