Kiezen van de gewenste werking
Om een bepaalde werking te selecteren, dient u eerst de
wisselhefboom en de schakelhefboom in de positie afge-
beeld in Fig. 5 te zetten. Ga daarna als volgt te werk.
Boren plus hameren (Fig. 6 en 7)
Voor boren in beton, metselwerk e.d., drukt u de vergren-
delknop in en draait u de wisselhefboom zodat de wijzer
h
naar het
symbool wijst. Gebruik een boor met een
wolfraamcarbide punt.
Alleen hameren (Fig. 6 en 8)
Voor beitelen, afbikken of slopen, drukt u de vergrendel-
knop in en draait u de wisselhefboom zodat de wijzer
g
naar het
symbool wijst. Gebruik een bull point, koud-
beitel, bikbeitel, enz.
Alleen boren (Fig. 6 en 9)
Voor boren in hout, metaal of plastic materialen, draait u
de schakelhefboom zodat het
komt met de wijzer op de wisselhefboom. Gebruik een
spiraalboor of een houtboor.
LET OP:
• Wijzig de positie van de wisselhefboom en/of de scha-
kelhefboom niet terwijl de machine nog belast draait,
aangezien de machine daardoor beschadigd zal raken.
• Om vroegtijdige slijtage van het wisselmechanisme te
voorkomen, dient u de wisselhefboom en/of de scha-
kelhefboom altijd juist in een van de drie werkingsposi-
ties te zetten.
• De werkingspositie kan niet direct van "alleen hame-
ren" naar "alleen boren" en niet direct van "alleen
boren" naar "alleen hameren" worden veranderd. Zet
de wisselhefboom en de schakelhefboom eerst in de
"boren plus hameren" positie afgebeeld in Fig. 5. Zet
deze daarna in de positie voor "alleen hameren" of
"alleen boren".
Boorhoek (voor beitelen, afbikken of slopen)
Belangrijk:
Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopkontakt is getrokken, alvorens de
boorhoek te wijzigen.
De boor kan bij 12 verschillende hoeken worden vastge-
zet. Om de boorhoek te wijzigen, drukt u de vergrendel-
knop in en draait u de wisselhefboom zodat de wijzer
O
naar het
symbool wijst. Draai de boor naar de
gewenste hoek. (Fig. 10)
Druk de vergrendelknop in en draai de wisselhefboom
zodat de wijzer naar het
Draai daarna de boor een beetje om te controleren of
deze goed vastzit. (Fig. 11)
Zijgreep (Fig. 12)
LET OP:
• Om een veilige bediening te verzekeren, dient u de zij-
greep altijd te gebruiken wanneer u gaat boren in
beton, metselwerk, enz.
• Wanneer de boor door het beton heenkomt of op beto-
nijzer stuit, kan de machine gevaarlijk vooruit- of terug-
schieten. Bewaar daarom tijdens het boren een goede
balans en een stevige steun voor de voeten, en houd
de machine met beide handen stevig vast.
De zijgreep kan naar beide zijden van de machine wor-
den gedraaid, zodat de machine in elke positie gemakke-
lijk te hanteren is. Draai de zijgreep naar links los, draai
hem naar de gewenste stand en draai hem vervolgens
naar rechts vast.
20
symbool op één lijn
g
symbool wijst.
Werking van de schakelaar (Fig. 13)
LET OP:
Alvorens de stekker op een stopkontakt aan te sluiten,
dient u altijd te controleren of de trekschakelaar goed
werkt en bij loslaten naar de "OFF" positie terugkeert.
Om de machine te starten, drukt u de trekschakelaar
gewoon in. Laat de trekschakelaar los om te stoppen.
Afstellen van de draaisnelheid (Fig. 14)
U kunt het aantal omwentelingen en slagen per minuut
wijzigen door de afsteldraaiknop te verdraaien. De cijfers
op de draaiknop geven de draaisnelheid aan van 1 (mini-
mum) tot 6 (maximum). Raadpleeg de onderstaande
tabel voor de verhouding tussen de cijfers op de draai-
knop en het aantal omwentelingen/slagen per minuut.
Cijfers op
Omwentelin-
draaiknop
gen per minuut
6
5
4
3
2
1
Hamerboren (Fig. 15)
LET OP:
Wanneer de boor door het beton heenkomt of op betonij-
zer stuit, kan de machine gevaarlijk vooruit- of terug-
schieten. Bewaar daarom tijdens het boren een goede
balans en een stevige steun voor de voeten, en houd de
machine met beide handen stevig vast.
Zet de wisselhefboom en de schakelhefboom in de
positie. Plaats de punt van de boor op de plaats waar
geboord moet worden en druk dan de trekschakelaar in.
Forceer de machine niet. Een lichte druk geeft de beste
resultaten. Houd de machine stevig op zijn plaats en zorg
dat deze niet uit het boorgat wegslipt.
Oefen geen grotere druk uit op de machine wanneer het
gat vol raakt met boorspanen of gruis. Laat in plaats
daarvan de machine onbelast draaien en verwijder deze
uit het gat. Door dit enkele keren te herhalen wordt het
gat gezuiverd.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer wordt geaktiveerd wanneer een
bepaald koppel wordt bereikt. De motor wordt dan ont-
koppeld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de
boor ophouden met draaien.
LET OP:
Schakel de machine uit zodra de koppelbegrenzer wordt
geaktiveerd. Hierdoor wordt vroegtijdige slijtage van de
machine voorkomen.
Beitelen/Afbikken/Slopen (Fig. 16)
Zet de wisselhefboom en de schakelhefboom in de
positie. Houd de machine met beide handen stevig vast.
Schakel de machine in en oefen niet meer druk uit op de
machine dan nodig is om deze onder controle te houden.
Door grote kracht op de machine uit te oefenen verloopt
het werk niet sneller.
Slagen per
minuut
720
3 300
690
3 150
590
2 700
490
2 250
390
1 800
360
1 650
h
g