NL
BE
•
Defecten die het gevolg zijn van onoor-
deelkundig of oneigenlijk gebruik, zijn
uitgesloten van de garantie.
Accu verwijderen/plaatsen
1. Om de accu uit het apparaat te ver-
wijderen (4), drukt u op de ontgren-
delknop (1) van de accu en trekt u de
accu eruit.
2. Om de accu te plaatsen (4), schuift u
de accu langs de geleidingsrail in het
apparaat. De accu klikt hoorbaar vast.
Steek de accu pas in het
apparaat wanneer het accu-
werktuig klaar voor gebruik
is.
Laadtoestand van de accu
controleren
De laadindicator (3) geeft de laadtoestand
van de accu (4) aan.
Druk op de toets van de laadindicator (2)
op de accu.
De laadtoestand van de accu wordt aan-
geduid met de betreffende leds die begin-
nen te branden.
Drie leds branden (rood, oranje en groen):
Accu geladen
Twee leds branden (rood en oranje):
Accu gedeeltelijk geladen
Eén led brandt (rood):
Accu moet worden geladen
Laad de accu (4) op wanneer
alleen nog de rode led van de
laadindicator (3) brandt.
38
Accu opladen
Laat een opgewarmde accu eerst
afkoelen voordat u hem oplaadt.
Laad de accu (4) op wanneer
alleen nog de rode led van de
laadindicator (3) brandt.
De oplaadtijd is ongeveer 1 uur
(PAP 20 A1) of 2 uur (PAP 20 A3).
1. Neem indien nodig de accu (4) uit het
apparaat.
2. Schuif de accu (4) in de laadschacht
van de lader (5).
3. Sluit de lader (5) aan op een stopcon-
tact.
4. Na het lade, koppelt u de lader (5) los
van het elektriciteitsnet.
5. Trek de accu (4) uit de lader (5).
Overzicht van de LED-controle-
indicaties op de lader (6):
Groene LED brandt zonder geplaatste accu:
lader gereed voor gebruik.
Groene LED brandt: accu is geladen.
Rode LED brandt: accu wordt opgeladen.
Verbruikte accu's
•
Een beduidend kortere bedrijfstijd
ondanks het opladen, betekent dat
de accu is verbruikt en moet worden
vervangen. Gebruik uitsluitend een
reserve-accu die u via de klantendienst
kunt verkrijgen.
•
Neem in elk geval de geldende vei-
ligheidsinstructies alsook de milieu-
voorschriften en -instructies in acht (zie
„Afvoer/ milieubescherming").