3E4722 Gallagher MB150 MB300 Portable Energizer User Manual
en gebruik deze kabel ook op plaatsen waar blootliggende gegalvaniseerde draad eventueel
aan corrosie onderhevig is. Gebruik hiervoor geen kabel of snoer voor normale huishoudelijke
toepassingen.
• Ondergrondse aansluitgeleiders moeten in een mantel uit geïsoleerd materiaal worden geplaatst
of er dient kabel met hoogspanningsisola e worden gebruikt. Let erop dat er geen schade
aan de aansluitdraden kan ontstaan door het in de grond zakken van hoeven van vee of door
tractorwielen.
• Aansluitleidingen voor de afrastering mogen niet door dezelfde kabelgoot worden gevoerd waarin
netspanningskabels of communica e-of datakabels liggen.
• Aansluitleidingen en draden van een elektrische afrastering mogen niet over bovengrondse stroom-
of communica eleidingen heen lopen.
• Indien mogelijk moeten afrasteringen niet onder bovengrondse hoogspanningsleidingen aangelegd
worden. Indien dit niet kan worden vermeden, dan dient de afrastering de bovengrondse leiding
zo haaks mogelijk te kruisen.
• Indien aansluitkabels en draden van een elektrische afrastering in de buurt van bovengrondse
lichtnetleidingen worden geïnstalleerd, dan mogen de onderlinge afstanden niet kleiner zijn dan
wat hieronder wordt aangegeven:
Minimale afstand tussen hoogspanningsleidingen en elektrische afrasteringen
Spanning hoogspanningsleiding V
≤ 1 000
> 1 000 ≥ 33 000
> 33 000
• Indien aansluitkabels en draden van elektrische afrasteringen in de buurt van bovengrondse
leidingen worden geïnstalleerd, mag de bovengrondse hoogte niet groter zijn dan 3 m (9 vt).
Deze hoogte geldt aan beide kanten van de loodrechte projec e op de grond vanuit de buitenste
geleiders van de hoogspanningslijn, op een afstand van:
- 2 m (6 ) voor stroomleidingen met een nominale spanning van niet meer dan 1000 V;
- 15m (48 ) voor stroomleidingen met een nominale spanning van meer dan 1000 V.
• Voor elektrische afrasteringen bedoeld om vogels af te schrikken, huisdieren tegen te houden of
te trainen, zoals koeien, zijn schrikdraadapparaten met slechts een laag vermogen nodig om een
bevredigend en veilig resultaat te verkrijgen.
• Vogelafschrikking: Indien het schrikdraadapparaat gebruikt wordt om een systeem van elektrische
geleiders te voeden waarmee wordt tegengegaan dat vogels op gebouwen rusten, dan mag geen
elektrische geleider daarvan geaard worden.
• Afrasteringsdraden moeten op ruime afstand van telefoon- of telegraafl ijnen of radioantennes
worden geïnstalleerd.
• Indien een elektrische afrastering een publiek pad kruist, moet een spanningsvrije poort in de
elektrische afrastering orden geplaatst of moet er een overstapplaats aangebracht worden. Bij deze
kruisingen moeten de naburige geëlectrifi ceerde draden een waarschuwingsbord hebben (G602).
• Van alle delen van het raster die zich langs de openbare weg bevinden, moeten de bordjes stevig
16
Afstand m
3
4
8