Een lampje in de glazen buis geeft aan,
dat de verwerking werkt.
Licht en verwarmings zijn uitgeschakeld,
wanneer de ingestelde temperatuur is be-
reikt.
Zo gaat u te werk:
•
Apparaat ongeveer één dag in bedrijf laten en
dan de watertemperatuur met een precisie-
thermometer controleren.
•
Gemeten temperatuur is lager dan ingesteld:
Waterstroom in het apparaat controleren en
het apparaat eventueel op een plaats met
minder blokkeringen van de waterstroom
(bijv. door planten) plaatsen.
•
Temperatuur na enige tijd opnieuw meten.
•
Temperatuurverschil is nog te groot: Appa-
raat kalibreren. (-> apparaat kalibreren)
•
Gemeten temperatuur is hoger dan inge-
steld: Apparaat kalibreren. (-> apparaat kali-
breren)
Apparaat kalibreren
•
Kalibratiebereik: Het apparaat kan tot 3 °C
plus tot 3 °C minus worden nagekalibreerd.
•
De kalibratieregelaar steekt uit de anders-
kleurige temperatuurregelaar. In het plus-
resp. minusbereik zijn telkens 3 posities ge-
fixeerd. Elke positie komt overeen met onge-
veer 1 graad Celsius.
O P M E R K I N G
Probeer nooit, het kalibratiebereik te
overschrijden.
Zo gaat u te werk:
E
•
Gebruik voor het kalibreren een schroeven-
draaier of breek het meegeleverde gereed-
schap uit de houder.
•
Gemeten temperatuur is te hoog: Houd de
draairegelaar op de ingestelde waarde en
draai de kalibratieregelaar in de richting –
(minus).
•
Gemeten temperatuur is te laag: Houd de
draairegelaar op de ingestelde waarde en
draai de kalibratieregelaar in de richting +
(plus).
- NL -
29