Hydraulische besturingssystemen
Een hydraulisch besturingssysteem bestaat in basis uit één of
meer pompen en een cilinder.
Indien het besturingssysteem alléén een Elektro Hydraulische
Pomp (EHP) bevat, hoeft geen (dubbele) terugslagklep te wor-
den geïnstalleerd.
De EHP type 'R' is reeds voorzien van een ingebouwde terug-
slagklep. Zie schema '1' *.
Bij een hydraulisch besturingssysteem met 2 of 3 pompen moet
een (dubbele) terugslagklep worden geïnstalleerd; zowel om
automatisch te kunnen 'overnemen' van de ene stuurpomp
naar de andere, alsmede om meedraaien van de niet gebruikte
stuurpomp te voorkomen. Zie schema '2' en '3'.
Separate terugslagkleppen
Alle Vetus EHP's zijn reeds voorzien van een ingebouwde terug-
slagklep en een separate terugslagklep behoeft niet geïnstal-
leerd te worden, zie schema '1', '2' en '3'.
Separate terugslagkleppen tussen de stuurpompen en de cilin-
der behoeven niet geïnstalleerd te worden indien de
(hand)stuurpompen reeds voorzien zijn van een (ingebouwde)
terugslagklep. Zie schema '4'.
Overdrukventiel
De EHP is reeds voorzien van een overdrukventiel. Deze voor-
komt dat bij het (kortstondig) optreden van een te groot roer-
moment (groter dan waarvoor het besturingssysteem is ont-
worpen) het besturingssysteem schade oploopt.
Kortsluitkraan
Een kortsluitkraan is noodzakelijk indien een noodbesturing
door middel van een helmstok gewenst is.
Met een geopende kortsluitkraan kan de olie drukloos van de
ene zijde van de zuiger naar de andere zijde stromen en vormt
het hydraulische systeem geen belemmering meer voor de
nood- (helmstok)-besturing.
N.B. Toepassing van een kortsluitkraan is alleen mogelijk bij
gebalanceerde cilinders.
Installeer een op de grootte van de cilinder afgestemde kort-
sluitkraan indien noodbesturing gewenst is; zie schema '5'.
* Voor de verschillende aansluitschema's, zie 'Hydraulische
schema's blz 38-40.
2
2.0205
Montage
Opstelling van de elektro-hydraulische pomp
De ruimte waarin de EHP wordt opgesteld dient droog en goed
geventileerd te zijn.
Plaats de EHP zo dicht mogelijk bij de cilinder.
Houdt bij het kiezen van een plaats en ten aanzien van de
manier van plaatsing rekening met mogelijk door de EHP ver-
oorzaakte geluids- en trillingshinder.
Plaats de EHP eventueel op rubber trillingdempers.
1 Aansluitingen cilinder
2 Aansluiting vereffeningsleiding
3 Maximale olieniveau
4 Vuldop
De vuldop of de aansluiting voor de vereffeningsleiding* dient
zich altijd aan de bovenzijde, op het hoogste punt, te bevin-
den.
* Bij een installatie bestaande uit alleen een cilinder met een
EHP dient in de EHP een vuldop met een beluchtingsgat te
worden gemonteerd.
Indien tevens één of meer stuurpompen in de installatie zijn
opgenomen, dienen alle oliereservoirs met elkaar verbonden
te zijn door middel van een vereffeningsleiding én moet de
op het hoogste niveau geplaatste stuurpomp voorzien wor-
den van een vuldop met een beluchtingsgat. De andere
pompen moeten voorzien zijn van een vuldop zonder gat.
Montage dubbele terugslagklep
Monteer een (dubbele) terugslagklep zo dicht mogelijk bij de
stuurcilinder. Maak de leidingstukken tussen de terugslagklep
en de cilinder, welke onder druk blijven staan, zo kort mogelijk.
Monteer de (dubbele) terugslagklep op een absoluut vlakke
ondergrond.
Raadpleeg de handleiding van de handbediende stuurinrichting
voor de installatie van de stuurpomp en de cilinder.
Fittingen
Gebruik voor het afdichten van de schroefdraadverbindingen
nooit teflon tape; het gebruik van een vloeibaar afdichtmiddel
dient met grote zorg te gebeuren; indien afdichtmiddelen in het
hydraulisch systeem komen, kan dit storingen veroorzaken.
Elektro-hydraulische pompen EHPD en EHPE