ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Kettingaandrijftandwiel
De koppelingtrommel is voorzien van één van de
volgende kettingaandrijftandwielen:
A Spur-aandrijftandwiel (kettingaandrijftandwiel
vastgesoldeerd op de trommel)
B Rim-aandrijftandwiel (vervangbaar)
Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijf-tandwiel. Vervang het als het abnormaal
versleten is. Het kettingaandrijf-tandwiel moet vervangen
worden telkens men de ketting vervangt.
Naaldlager smeren
Beide soorten kettingpoelie's hebben een naaldlager aan
de uitgaande as, dat regelmatig gesmeerd moet worden
(1 keer per week). N.B.! Gebruik lagervet van goede
kwaliteit of motorolie.
Zie de instructies in het hoofdstuk Onderhoud, Naaldlager
smeren.
Slijtagecontrole van de snijuitrusting
Controleer de ketting dagelijks:
•
Of er zichtbare barsten in klinken en schakels zijn.
•
Of de ketting stijf is.
•
Of klinken en schakels abnormaal versleten zijn.
Gooi de zaagketting weg als deze een of enkele van
bovenstaande punten vertoont.
We raden aan een nieuwe zaagketting te gebruiken om
de slijtage van de ketting die u gebruikt te controleren.
Wanneer de lengte van de snijtanden slechts 4 mm
bedraagt, is de ketting versleten en moet ze vervangen
worden.
115 13 81-20 Rev.3 2009-01-13
Zaagblad
Controleer regelmatig:
•
Of er braam zit op de buitenzijden van het zaagblad.
Vijl weg indien nodig.
•
Of de zaagbladgroef abnormaal versleten is. Vervang
het zaagblad indien nodig.
•
Als de zaagbladneus abnormaal of ongelijkmatig
versleten is. Als er een "holte" ontstaat in waar de
radius van de zaagbladneus ophoudt, was de ketting
niet voldoende gestrekt.
•
Voor een zo lang mogelijke levensduur moet het
zaagblad regelmatig omgedraaid worden.
WAARSCHUWING! Het grootste gedeelte
!
van de ongevallen met motorkettingzagen
gebeurt wanneer de ketting de gebruiker
raakt.
Draag altijd persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Zie instructies in het
hoofdstuk Persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Voer geen taken uit waarvoor u zich niet
voldoende gekwalificeerd acht. Zie
instructies in de hoofdstukken Persoonlijke
veiligheidsuitrusting, Maatregelen om
terugslag te voorkomen, Snijuitrusting en
Algemene werkinstructies.
Voorkom situaties waar risico op terugslag
bestaat. Zie instructies in het hoofdstuk
Veiligheidsuitrusting voor de machine.
Gebruik de aanbevolen snijuitrusting en
controleer de conditie waarin ze zich
bevindt. Zie instructies in het hoofdstuk
Algemene werkinstructies.
Controleer de werking van de
veiligheidsonderdelen van de
motorkettingzaag. Zie instructies in de
hoofdstukken Algemene werkinstructies
en Algemene veiligheidsinstructies.
–
Dutch
97