Montage/Fig. 7
4.4 Montage met opbouwcontactdoos 6885-xxx-500 (AG/A 1.x) (Fig. 7)
• Breek al naargelang de gewenste schakeling één van de opzij (Pos. 1)
of een in de bodemplaat (Pos. 2) bevindende afdekking open.
• Maak event. gebruik van een leidinginvoer.
• Voer de noodzakelijke leidingen in de opbouwcontactdoos.
• Bevestig de opbouwcontactdoos door middel van schroeven.
• Sluit de inbouwsokkel overeenkomstig de aansluitafbeeldingen (zie
Fig. 1 tot 2) aan en bevestig deze aan de in de opbouwcontactdoos voorziene pen-
moeren (Pos. 3)
4.5 Demontage van de presentiesensor
• Trek de presentiesensor aan de uitwendige doosring verticaal naar beneden van de
inbouwsokkel af.
NL
1
2
3
83