u Schakel de monitor en de camera zoals hiervoor beschreven in.
u Het monitorscherm dient langs de onderste schermrand de
achterkant resp.de bumper van uw voertuig te tonen (zie . J 1).
Het midden van de bumper dient tevens in het midden van het
monitorscherm te staan. De juiste instelling krijgt u door decamera in
de camerahouder te draaien (zie . J 2).
u Wanneer u de camera correct heeft ingesteld, dan de 4 schroeven
van de camerabevestiging vastdraaien.
Attentie: De steekverbinding van de camera is niet tegen vocht
beschermd. Dicht de aansluiting beslist met afdichtingstape af,
om beschadiging te voorkomen.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij
wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt
aangeraden, de schroefdraad in te vetten.
Montage en gebruik van de afstandsschaal
Bij de monitor-kit wordt een afstandsschaal geleverd, die bedoeld is, om
u het inschatten van afstanden op de monitor te vergemakkelijken
(zie . K 1).
u Kleef de afstandsschaal op de monitor (zie . K 2).
u Plaats een voorwerp (b.v. doos, vuilniston) in het detectiegebied van
de camera en schakel het achteruitrij-videosysteem in. Verschuif het
voorwerp, zodat dit onder een schaalstreep komt te staan. De nu
meetbare afstand van het voorwerp tot aan de voertuigachterkant
(b.v. vierde schaalstreep tot aan de aanhangerkoppeling = 2 m) dient
voortaan als oriëntatiewaarde (zie . K 3).
Attentie: Deze oriëntatiewaarde verandert, wanneer de camera
in de houder verdraaid wordt (b.v. door contact met een
obstakel).
124
Instellen von de camera