6. Configureer de kalibratie zoals beschreven in
7. Start de kalibratie zoals beschreven in
luchtkalibratie (alleen voor sensoren met een hoog bereik)
concentratie
op pagina 197, afhankelijk van de voorkeursmethode voor kalibratie.
Kalibratieconfiguratie
Opmerking: Deze optie kan ook aangeroepen worden met een druk op knop Modify in de kalibratieschermen
Zero calibration of High level adjustment.
1. Kies in menu Main voor Calibration, daarna voor Gas sensor en daarna Configuration.
Optie
Auto-calibration
(automatische kalibratie)
Manual-calibration
(handmatige kalibratie;
automatische beëindiging)
Hold during calibration
(vasthouden tijdens
kalibratie of verificatie)
Interferenties ingeschakeld
tijdens kalibratie
Zero calibration bottle (fles
nulpuntkalibratie)
Stop parameters
(parameters voor stoppen)
Configuratie van handmatige kalibratie
1. Stel de parameters voor de handmatige sensorkalibratie:
Optie
Calibration mode
(kalibratiemodus)
Cal. sample
(kalibratiemonster)
Medium
196 Nederlands
Kalibratieconfiguratie
Nulpuntkalibratie
Beschrijving
Niet beschikbaar voor deze sensor.
Als auto-end (automatische beëindiging) is ingeschakeld, zal een
handmatige kalibratie automatisch beëindigd worden als de parameters
opgegeven bij stop parameters bereikt worden. Druk op Configure
(configureren) om de parameters voor handmatige kalibratie in te stellen. Als
de kalibratie mislukt, blijven de vorige kalibratieparameters ongewijzigd en
verschijnt een waarschuwingsbericht.
Indien ingeschakeld wordt hierdoor de laatst gemeten waarde vastgehouden
en stopt het bijwerken van de uitgangen tijdens het kalibratie- of
verificatieproces. Dit voorkomt dat ongeldige informatie naar aangesloten
apparatuur gestuurd wordt. Aan het einde van een kalibratie blijft dit nog
10 minuten van kracht zodat het systeem kan stabiliseren.
Deze optie schakelt de chloor- of zoutinterferentie tijdens kalibratie in Deze
optie moet gebruikt worden als zich chloor in de kalibratie-oplossing bevindt
en als de chloor-interferentiecorrectie tijdens meting ingeschakeld is.
Zorg ervoor dat deze optie uitgeschakeld is door het vakje niet aan te vinken,
aangezien dit niet relevant is voor deze sensor.
Druk op deze toets om de bestaande waarden te bekijken of te wijzigen of de
standaardwaarden te resetten. Het wordt ten zeerste aanbevolen deze
parameters op hun standaardwaarden te laten staan. Deze waarden zijn van
toepassing voor handmatige kalibraties met optie Auto-End ingeschakeld.
Beschrijving
Selecteer Zero calibration (nulpuntkalibratie) of High level adjustment
(aanpassing op hoog niveau). Bij gebruik van een sensor met hoog bereik is er
ook de optie voor kalibreren in 100% vochtige lucht.
Opmerking: Bij nulpuntkalibratie of kalibratie in 100% vochtige lucht zijn geen
andere parameters nodig. De volgende zijn alleen vereist voor kalibratie bij
hogere concentratie.
Instelbaar op In line sample (inlinemonster), Gas bottle (gasfles) of Factory
parameters (fabrieksparameters). Bij een keuze voor Factory parameters
(fabrieksparameters) wordt de Ksv-waarde weergeven, maar deze kan
gewijzigd worden.
Deze aanvullende parameters zijn nodig als In line sample of Gas bottle
geselecteerd is als kalibratiemonster:
Staat automatisch ingesteld op Liquid (vloeistof) als In line sample als
kalibratiemonster geselecteerd is of op Gas als Gas bottle geselecteerd is.
op pagina 196.
op pagina 197,
100% vochtige
op pagina 197 of
Kalibratie bij hogere