RV-650_15072003 neu
Schakel de monitor en de camera in, zoals hierboven beschreven.
Het monitorbeeld moet onder in beeld de achterkant of de achterbumper van uw
voertuig laten zien (zie J 1). Het midden van de bumper moet zich ook in het midden
van het monitorbeeld bevinden. De correcte instelling wordt bereikt door het bijdraaien
van de camera in de camerabeugel (zie J 2).
Wanneer de camera correct is ingesteld, draait u de 4 schroeven van de
camerabevestiging vast.
Algemene aanwijzingen voor het aanleggen van de kabels!
Niet-vakkundige kabelaanleg en kabelverbindingen leiden steeds weer tot
storingen in of beschadiging van delen van de installatie.
Correcte aanleg en verbinding van kabels is basisvoorwaarde voor het langdurig
en foutloos functioneren van de uitbreidende componenten. Let op de volgende
punten:
– Leg de kabels indien mogelijk altijd binnen in het voertuig aan, omdat ze daar beter
beschermd liggen dan buiten aan het voertuig. Mocht u de kabels desondanks
buiten het voertuig aanleggen, let er dan op dat ze veilig bevestigd worden (door extra
kabelbinders, isolatieband, enzovoort).
– Om beschadigingen van de kabel te voorkomen, moet bij de aanleg van de kabels
steeds voldoende afstand tot warme en bewegende voertuigdelen (uitlaatpijpen,
aandrijfassen, dynamo's, ventilatoren, enzovoort) worden aangehouden.
– Iedere verbinding van de kabels (ook binnen in het voertuig) met het meegeleverde
of gelijkwaardige isolatieband afdichten.
– Let er bij het leggen van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk worden geknikt en verdraaid
2. niet langs randen schuren
3. niet zonder bescherming door scherpgekante doorvoeringen worden aangelegd.
– Iedere doorbreking van de buitenhuid van de carrosserie moet door passende
maatregelen tegen binnendringend water worden beschermd, bijv. door het inzetten
van de kabel met kit en het afkitten van kabel en doorvoertule.
Het maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op originele bekabeling aan te sluiten:
1. van de bestaande leiding 10 mm isolatie afhalen (zie K 5)
2. 15 mm van de isolatie van de aan te sluiten kabel verwijderen (zie K 6)
3. de aan te sluiten kabel rond de originele kabel wikkelen en vastsolderen (zie K 7)
4. de kabel met isolatieband isoleren (zie K 8).
06.11.2003
12:20 Uhr
Instelling van de camera
Kabelaanleg
Seite 98
98