De MAYFIELD® Infinity XR2 schedelklem is bedoeld voor gebruik met de volgende apparaten:
A2079 MAYFIELD Infinity XR2 basisapparaat
A1079 MAYFIELD Radiolucent basisapparaat
A2003 MAYFIELD Radiolucent schedelklem- en adaptersysteem
A2111 MAYFIELD Infinity XR2 Tri-Star warteladapter
A1111 MAYFIELD Tri-Star warteladapter
ALLE types MAYFIELD-schedelpennen (A1047, A1048, A1072, A1083, A1084, A2020, A1119, A1120,
A1121, A1122)
NB: Het gebruik van MAYFIELD-producten en -accessoires in combinatie met de
stabilisatieapparatuur van andere fabrikanten wordt niet aanbevolen.
Tabel 1 Schedelklem-positiediagram
Juist
Aûeelding A
Onjuist
Aûeelding B
Juist
Aûeelding C
NB: Plaatsing van de patiënt en toepassing van de schedelklem kunnen worden uitgevoerd met talrijke
variaties. De uiteindelijke positie van de patiënt moet acceptabel zijn voor de chirurg, waarbij rekening
moet worden gehouden met de anatomie, drukpunten en soepelheid van de nek van de patiënt en de
toegang tot het chirurgische doel.
In de bovenstaande diagrammen zijn middellijnen op de ovale vormen (die het hoofd van de patiënt
voorstellen) getekend. De diagrammen tonen voorbeelden van de juiste en onjuiste toepassingen van
de schedelklem. De richting van de single-pen moet recht door het via de middellijnen gecreëerde
middelpunt van het hoofd van de patiënt wijzen, zodat de pennen aan de kant van de schedelklem met
de twee pennen op gelijke afstand van de richtingslijn van de single-pen liggen voor het verkrijgen van
de grootste graad van stabiliteit.
F
F
Tabel 1 Schedelklem-positiediagram
Pagina 2
SCHEDELKLEM HOOFD
HOOFD SCHEDELKLEM
F
F = TOEGEPASTE DRUK