Radiofuncties
Frequentie-instelling kiezen
Druk op de toets B A N D om te wisselen tussen FM (FM1, FM2, FM3) en midden-
golf (MW).
In elk van de vier bereiken kunnen zes zenders worden opgeslagen.
AANWIJZING!
De drie FM-bereiken FM1, FM2 en FM3 dekken allemaal hetzelfde frequen-
tiebereik af (87,5 tot 190 MHz) en maken het op die manier mogelijk tot 18
zenders in de FM-band op te slaan.
Zenders zoeken
Druk kort op een van de toetsen of op de afstandsbediening om de automati-
sche zenderzoekfunctie in te schakelen. Het apparaat zoek nu automatisch naar de
volgende zender.
Druk op een van de toetsen of op de afstandsbediening om de automatische
zenderzoekfunctie weer te stoppen.
Houd een van de toetsen of op de afstandsbediening ingedrukt tot in het dis-
play de melding
U kunt de zenderfrequentie met de toetsen of op de afstandsbediening hand-
matig omhoog of omlaag veranderen.
AANWIJZING!
U kunt de zenderzoekfunctie ook via het apparaat uitvoeren, gebruikt hier-
voor de toetsen T R K of T R K .
Zenders met alternatieve frequenties (AF) zoeken
Zenders die een AF-signaal uitzenden, zenden alternatieve frequenties uit die evene-
ens het ingestelde programma uitzenden. Hierdoor kunt u over grotere afstanden het-
zelfde radioprogramma ontvangen. (Nadere informatie over deze service vindt u in het
hoofdstuk „Radio-Data-System" op pagina 151.)
Selecteer met B N D het bandbereik waarin u de zender zoekt of evt. wilt opslaan.
Druk op de toets S C A N (afstandsbediening) om het FM-bereik te doorzoeken
naar zenders die een AF-signaal uitzenden.
Het zoeken wordt bij elke gevonden zender gedurende 5 seconden gestopt en
loopt dan weer verder.
Wanneer u de zender wilt beluisteren en opslaan, drukt u op de toets S C A N om
het zoeken te stoppen.
150
MANUAL
verschijnt.