Verklarende woordenlijst
Ad-hoc
Apparaten in een ad-hoc draadloos netwerk communiceren rechtstreeks ("peer to
peer"), zonder een draadloos toegangspunt. De WT-1 ondersteunt een ad-hoc modus
voor een rechtstreekse draadloze verbinding met een ftp server.
"Any" connection
Hiermee kunnen apparaten op een draadloos netwerk worden aangesloten zonder
SS-ID. Kan worden gebruikt voor draadloze "hot spots", maar is niet zo veilig als ver-
bindingen waarvoor een SS-ID nodig is.
BSS-ID (Basic Service Set ID)
Alle draadloze apparatuur op een ad-hoc draadloos netwerk deelt hetzelfde BSS-ID.
De BSS-ID kan maximaal tweeëndertig tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Zie
ook Ad-hoc.
Kanaal
Wanneer meerdere draadloze LAN's met verschillende ESS-ID's binnen een bepaald
gebied actief zijn op één frequentie, dan zullen de transmissiesnelheden dalen. Het
specifi ceren van een afzonderlijk kanaal (frequentie) voor ieder netwerk kan interfe-
rentie voorkomen en zorgen voor hogere transmissiesnelheden (let er wel op dat alle
apparaten in hetzelfde netwerk op hetzelfde kanaal ingesteld dienen te worden). In de
IEEE 812.11b standaard is de 2,4GHz bandbreedte verdeeld in 14 kanalen, die geschei-
den worden door 4MHz.
DHCP-server (Dynamic Host Confi guration Protocol)
Voor ieder apparaat in een TCP/IP-netwerk is een IP-adres nodig. Wanneer er een
DHCP-server is opgenomen in het netwerk, zullen de IP-adressen automatisch worden
toegewezen. Er is over het algemeen geen DHCP-server aanwezig in netwerken die uit-
sluitend bestaan uit computers met Windows Me, Windows 98 of Windows 95. DHCP
kan in andere netwerken wél worden geactiveerd; neem contact op met de netwerkbe-
heerder of raadpleeg het handboek bij de router of het besturingssysteem.
DNS (Domain Name Server)
Een server die een database met IP-adressen en hostnamen bevat voor de machines die
hij beheert en die op verzoek van clients hostnamen converteert in IP-adressen. Iedere
DNS kan ook andere Domain Name Servers afzoeken naar adressen die niet in de eigen
database staan.
ESS-ID (Extended Service Set ID)
Meerdere BSS's kunnen samen een ESS vormen, waardoor gebruikers kunnen roamen
(zwerven) tussen draadloze toegangspunten. Alleen apparaten met hetzelfde ESS-ID als
een gegeven toegangspunt kunnen met het betreffende toegangspunt communiceren.
De ESS-ID kan maximaal tweeëndertig tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig.
35