noodstart wordt gebruikt, moet ook een 12-volt-systeem
met negatieve aarding hebben.
Startkabels aansluiten
WAARSCHUWING: Explosiegevaar door
explosief gas dat afkomstig is van de accu.
Sluit geen negatieve aansluitklem van de
volledig opgeladen accu aan op of in de
buurt van de negatieve aansluitklem van de
zwakke accu.
OPGELET: Gebruik de accu van uw product
niet om andere voertuigen te starten.
1. Verwijder de motorkap.
2. Verwijder de kap van het accuvak.
3. Sluit het ene uiteinde van de rode kabel aan op de
PLUSKLEM (+) van de zwakke accu (A).
B
A
4. Sluit het andere uiteinde van de rode kabel aan op
de PLUSKLEM (+) van de volledig opgeladen accu
(B).
WAARSCHUWING: Zorg dat de
uiteinden van de rode draden geen
kortsluiting maken tegen het chassis.
5. Sluit een uiteinde van de zwarte kabel aan op de
MINKLEM (-) van de volledig opgeladen accu (C).
6. Sluit het andere uiteinde van de zwarte kabel aan op
een CHASSISMASSA (D), uit de buurt van de
brandstoftank en de accu.
7. Plaats de afdekkingen terug.
Startkabels verwijderen
Let op: Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde
van aanbrengen.
1. Verwijder de ZWARTE kabel van het chassis.
2. Verwijder de ZWARTE kabel van de volledig
opgeladen accu.
96
C
D
3. Verwijder de RODE kabel van de 2 accu's.
Bandendruk
De bandenspanning van alle vier banden moet 60 kPa
(0,6 bar/8,5 PSI) zijn.
Het maaidek in de onderhoudsstand
zetten
Het maaidek verwijderen op pagina
1. Zie stap 1-8 in
85 .
2. Pak de voorste rand van het maaidek vast en trek
het maaidek naar voren tot de aanslag.
3. Til het maaidek op tot het verticaal staat en een
klikgeluid hoorbaar is. Het maaidek wordt
automatisch vergrendeld in de verticale stand.
Het maaidek in de maaistand zetten
1. Houd de voorkant van het maaidek vast met uw
linkerhand.
517 - 001 - 17.01.2018