Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 72
Brandstofveiligheid
Start de unit niet:
Als u er brandstof op gemorst heeft. Neem alle
gemorste brandstof af en laat de benzineresten
verdampen.
Als u brandstof op uzelf of op uw kleding
gemorst heeft, trek schone kleding aan. Was de
lichaamsdelen die in contact zijn geweest met
brandstof. Gebruik water en zeep.
Als de unit brandstof lekt. Controleer de tankdop en
Transport en opbergen
Bewaar en vervoer de unit en brandstof zo,
dat eventuele lekkage en dampen niet in
contact kunnen komen met vonken of open
vuur, bijvoorbeeld van elektrische machines,
elektrische motoren, stopcontacten/schakelaars,
verwarmingsketels e.d.
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd
speciaal voor dat doel bestemde en goedgekeurde
tanks worden gebruikt.
Als de unit gedurende lange tijd niet gebruikt
zal worden, moet de brandstoftank worden
leeggemaakt. Vraag bij uw tankstation of bij de
gemeente waar u de afgetapte brandstof kwijt kan.
Zorg ervoor dat de unit goed is schoongemaakt en
dat een volledige servicebeurt is gegeven voor een
lange periode van stalling.
De transportbescherming van de snijuitrusting
moet tijdens vervoer of opslag van de unit altijd zijn
aangebracht.
Zet de unit vast tijdens transport.
a
WAARSCHUWING:
het hanteren van brandstof. Denk aan de brand-,
explosie- en inademingsrisico's.
Brandstof
a
WAARSCHUWING:
brandstofdampen zijn zeer brandgevaarlijk en
kunnen bij inademing en contact met de huid
leiden tot ernstig letsel. Wees daarom voorzichtig
wanneer u met brandstof werkt en zorg voor
goede luchtventilatie bij de brandstofhantering.
LET OP:
De unit is uitgerust met een tweetaktmotor
en moet altijd worden gebruikt met een mengsel van
benzine en tweetaktmotorolie. Om zeker te zijn van
de juiste mengverhouding, is het erg belangrijk dat u
de oliehoeveelheid steeds nauwkeurig afmeet. Als u
kleine brandstofhoeveelheden mengt, hebben zelfs
kleine afwijkingen van de juiste oliehoeveelheid een
grote invloed op de mengverhouding.
Benzine
LET OP:
Gebruik altijd met olie gemengde
kwaliteitsbenzine van minimaal 90 octaan (RON). Als
uw unit is uitgerust met een katalysator (zie hoofdstuk
Technische gegevens) dient u altijd een mengsel van
loodvrije benzine/olie van goede kwaliteit te gebruiken.
Gelode benzine beschadigt de katalysator.

BRANDSTOFHANTERING

Wees voorzichtig bij
Brandstof en
107
Het aanbevolen laagste octaangehalte is 90
(RON). Indien u de motor gebruikt met benzine
met een lager octaangetal dan 90, kan het
zogenaamde pingelen voorkomen. Hierdoor
stijgt de motortemperatuur wat tot zware
motorbeschadigingen kan leiden.
Als men voortdurend met een hoog toerental werkt,
is het aan te raden een hoger octaangehalte te
gebruiken.
Er mag brandstof gemengd met ethanol (maximaal
E10) worden gebruikt. Het gebruik van brandstoffen
met een hoger percentage ethanol dan in E10 zal
leiden tot slechte motorprestaties en kan schade
aan de motor veroorzaken.
Tweetaktolie
Voor het beste resultaat en de beste werking moet
u tweetaktolie gebruiken die ontwikkeld is voor
luchtgekoelde motoren.
Gebruik geen tweetaktolie die bedoeld is voor
watergekoelde buitenboordmotoren, zogenaamde
outboardoil (aangeduid met TCW).
Gebruik geen olie die is bedoeld voor
viertaktmotoren.
Een lage oliekwaliteit of een te rijk olie/
brandstofmengsel kan de functie van de katalysator
op het spel zetten en de levensduur verminderen.
De mengverhouding bedraagt 50:1 (2%).
Benzine (L)
Tweetaktolie (L)
5
0,125
10
0,25
15
0,375
20
0,5
Mengen
Meng de benzine en olie altijd in een schone
jerrycan die goedgekeurd is voor benzine.
Begin altijd met de helft van de benzine die
gemengd moet worden erin te gieten. Giet er
daarna de gehele oliehoeveelheid bij. Meng (schud)
het brandstofmengsel. Giet er de resterende
hoeveelheid benzine bij.
Meng (schud) het brandstofmengsel goed voor u
de brandstoftank van de unit vult.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis